Belgie, welke hier eene zaak bevestigen en ze
elders loochenen; de goedkeuring van de verkiezing van Nemours door Bresson
beloven en dezelve door Talleyrand weigeren; hunne verklaringen en
beginselen veranderen, zoo dikwijls zij een tijdelijk voordeel ontwaren."
Met woede en teleurstelling vernam gansch Belgie de schandelijke politiek
van Frankrijk. Vele afgevaardigden stelden dan de keus van een inlandschen
Vorst voor, Felix de Merode of de prins de Ligne; doch de eerste wees het
voorstel met kracht van de hand, de tweede moest, door toedoen zijner
vrouw, weigeren. Anderen dachten nu weder aan Leopold van Saksen-Coburg,
doch Sebastiani had bluffend verklaard, dat Frankrijk dien Engelschgezinden
prins, in geval van benoeming, met het kanon zou wegjagen.
De Fransche partij wilde terstond de volkomen en onvoorwaardelijke
inlijving bij Frankrijk stemmen, en op deze wijze aldaar een uitbarsting
van het nationaal gevoel verwekken. De Orangisten, te Luik zelfs, eischten
den terugkeer van Koning Willem. De aanzienlijkste Congresleden, en
inzonderheid het Voorloopig Bewind, raadden alsdan het aanstellen van een
Regent aan, altijd in de hoop dat de Fransche politiek stoutmoediger zou
worden en Nemours, na zijne meerderjarigheid, krachtdadig en zelfstandig
zou optreden.
De voorzitter van het Congres, Surlet de Chokier, werd den 24en Februari
tot Regent benoemd; De Gerlache verving hem op den voorzitterstoel; 's
anderendaags verleende het Congres eene som van 150,000 gulden aan de
oud-leden van het Voorloopig Bewind.
Als een echt proconsul van Frankrijk, werkte de zwakke Surlet uitsluitend
om een zuivere Fransche strekking aan de handelingen van zijne regeering te
geven, en daarin werd hij door zijn eerste ministerie -- Goblet, Van de
Wever, Gendebien en Tielemans -- bijgestaan. Hij was overtuigd dat hij
eerstdaags zijne plaats aan den hertog van Nemours zou kunnen afstaan, en
sedert Lehon door Louis-Philippe als gezant van Belgie ontvangen, en
generaal Belliard als Fransch gevolmachtigde te Brussel gezonden was(4en
Maart), won die overtuiging meer en meer veld. Maar de val van het
ministerie van den onbekwamen en weifelenden Lafitte en het optreden van
den krachtdadigen en vredelievenden Casimir Perier in Frankrijk stelde deze
hoop te leur; ook de Engelsche diplomatie hield er de hand aan om die
poging te verijdelen, en Palmerston, die in Chokier slechts een Franschen
stadhouder zag, aarzelde niet den Regent te doen inzien
|