der ambten: voor
dezelfde grieven had de Waalsche oppositie het tot de Omwenteling gebracht,
en het Koninkrijk der Nederlanden vaneengescheurd; de gedweee Vlaming liet
maar alles lijdzaam gebeuren.
De ministeries van Leopold zetten de kroon op dit hatelijk
verfranschingswerk met het Fransch als voertaal aan de overgebleven
officieele onderwijsgestichten op te dringen. Wij zeggen de nog
overgebleven gestichten: want in de eerste dagen der Omwenteling, die in
Vlaamsch-Belgie meestal een clericaal karakter had aangenomen, waren de
lagere officieele scholen door de geestelijkheid weggekuischt, met zulk een
wraaklust, dat de landkaarten van de muren werden gerukt, de leertoestellen
in een vreugdevuur verbrand, en dat de koperen gewichten van het metriek
stelsel naar de kinderen gegooid werden om er mee te spelen; de
gemeentebesturen sloten eenvoudig de colleges en wierpen de wereldlijke
leeraars buiten om ze door priesters te vervangen. In tien jaar tijds viel
de gemiddelde wedde der schoolmeesters van 300 op 210 frank; het getal
scholen viel van 4000 op 2000; en door de afschaffing der opzieners van 't
onderwijs verdween alle toezicht op de scholen.
In October had het Voorloopig Bewind de drie Staatshoogescholen afgeschaft
en ze in de volgende maand heringericht, doch derwijze verminkt, dat de
twee voorbereidende faculteiten ontbraken. Na de inrichting van de
hoogeschool te Leuven door de Katholieken en die te Brussel door de
Liberalen (1834-1835), werd de regeering verplicht de twee
Staatshoogescholen te Gent en te Luik te herstellen; doch voor het
middelbaar en het lager onderwijs deed zij niets! Het onderwijs in
Vlaanderen, zonder programma, zonder toezicht van de openbare besturen, in
handen van eene in 't algemeen zeer weinig ontwikkelde geestelijkheid,
bleef gedurende jaren bijna nul: van daar weldra het ontzettend getal
ongeletterden in een streek die onder Willem's regeering zooveel beloofde!
In de gestichten, die aan de ramp ontsnapt waren, voerde nu het hooger
bestuur het Fransch als voertaal in! Nevens de algemeene onwetendheid van
de bevolking schiep men aldus een kloof tusschen de verlichte standen en de
lagere volksklasse, hetgeen onberekenbare gevolgen moest hebben.
Het doel scheen bereikt; reeds jubelden deze Franschgezinde meesters over
de uitroeiing van de taal van de groote meerderheid der bevolking. Doch,
daar ontstaat de Vlaamsche Beweging; de Vlaamsche Commissie legt de grieven
van de Vlaamsche
|