wee
Gendebien's, eene petitie voor Nemours onderteekend; maar er moest dadelijk
gehandeld worden.
Markies de la Woestine werd naar Brussel, waar hij veel vrienden telde,
gezonden om de inzichten der Congresleden te polsen. Hij liet weldra in het
Palais-Royal weten dat de verkiezing van prins August verzekerd was, indien
men hem niet uitdrukkelijk den hertog van Nemours tegenstelde. De
gelastigde Bresson kwam dus den 28en uit Parijs terug "met de bepaalde
machtiging om te beloven dat indien de kroon den hertog van Nemours
aangeboden werd, zij door Louis-Philippe voor hem zou aangenomen worden."
Markies de la Woestine gaf daarvan officieuse bevestiging. Deze
guitenstreek liet aan de Fransche uitgezondenen vrij spel, lokte de
heerschzuchtigen aan door het aas van een gemakkelijken bijval, en deed den
moed der Fransche partij herleven. De Stassart deelde aan zekere
Congressisten een brief mede, die eene weigering van den hertog van
Leuchtenberg liet voorzien; daarenboven werd een weinig voor de stemming
het valsche gerucht verspreid, dat vertrouwelijke brieven van Firmin Rogier
de aanvaarding van Louis-Philippe verzekerden; dit besliste over de keus:
den 3en Februari 1831, na een zesdaagsch debat en na eene tweede
stemopneming, werd de hertog van Nemours tot Koning der Belgen uitgeroepen
met 97 stemmen, tegen 74 aan Leuchtenberg en 21 aan Karel van Oostenrijk;
de Vlaamsche provincien hadden meerendeels voor Beauharnais' zoon, de
Waalsche meestal voor den Franschen prins gestemd.
* * * * *
Men dacht dat de regeeringloosheid nu een einde genomen Had, en het nieuws
der verkiezing werd overal met gejubel onthaald. De gouverneurs deelden aan
burgemeesters en gemeenten het heuglijk bericht van de benoeming van het
hoofd van den Staat mede, en denzelfden dag nog kondigde burgemeester
Rouppe te Brussel aan de ingezetenen de benoeming van Louis I tot Koning
der Belgen aan!
Bij het verlaten van het Congres vernamen de leden de aanhouding te Gent
van kolonel Ernest Gregoire die, op het laatste oogenblik, een opstand ten
gunste van den prins van Oranje had willen teweegbrengen.
Niemand besefte op dit oogenblik de ellendige fopperij, waarvan Congres en
Voorloopig Bewind de slachtoffers geweest waren, noch de verfoeilijke
dubbelzinnigheid waarmede het Fransch gouvernement de vertegenwoordigers
van de Belgische natie om den tuin geleid had.
Nu, sedert den 1en Februari, had de Londensche Conferent
|