rins van Oranje aangegaan
om Brussel niet te verlaten, van denkbeeld veranderd en besloten toch, in
spijt van de hekelingen en beschuldigingen der heethoofden, zich
voorzichtigheidshalve naar de zitting der Staten-Generaal te begeven en
geen Voorloopig Bewind in te richten (8en September).
Over deze onbestendigheid en de afwezigheid der volksvertegenwoordigers
eerst gebelgd, verheugde zich alras de revolutionnaire groep over hun
vertrek naar Den Haag, daar het bleek dat hunne aanwezigheid te Brussel den
vooruitgang der Omwenteling stremde.
Daar de oprichting van een Voorloopig Bewind mislukt was, stelde Gendebien
toen voor eene _Commissie van Openbare Veiligheid_ aan te stellen, te
kiezen uit een dubbele lijst van candidaten door de hoofden der 8
afdeelingen van de Brusselsche burgerwacht en een klein getal notabelen
opgemaakt; om aan de instelling een schijn van wettelijkheid bij te zetten,
deed men ze door het bange gemeentebestuur bekrachtigen; ondanks de
pogingen der revolutionnairen kreeg de Commissie slechts eene beperkte
opdracht, namelijk de vestiging van het stamhuis verzekeren, het
grondbeginsel der scheiding van Noord en Zuid handhaven en de openbare orde
herstellen. De samenstelling der Commissie, die feitelijk maar vijf leden
telde, betoonde klaar hare inzichten: Gendebien, Van de Weyer, Rouppe,
Felix de Merode en Meeus aan 't hoofd der zaken stellen was de vijanden der
Regeering rechtstreeks laten optreden; dit was zooveel als na den opstand
_de Omwenteling bepaald uitroepen_(10en en 11en September).
Na alzoo de machten van gouverneur en stadsregeering overweldigd te hebben,
ruimden de leden der Commissie insgelijks de rechterlijke macht uit den
weg, en schorsten den Procureur-Generaal; deze verliet dadelijk Brussel,
weldra gevolgd door den gouverneur Van der Fosse, den burgemeester De
Wellens en talrijke hooggeplaatste ambtenaren (14en September).
Doch driemaal faalden de pogingen der liberale leiders om een Voorloopig
Bewind op te richten, dank zij den tegenstand van de gematigden, met de
barons d'Hoogvorst aan 't hoofd, die eene opene deur voor de verzoening
wilden behouden.
* * * * *
Intusschen waren de Belgische leden der Staten-Generaal in Den Haag
aangekomen; zij vonden daar de bevolking uiterst verbitterd en woedend over
het gevaar dat de kroonprins in Brussel geloopen had. De _Arnhemsche
Courant_, in navolging van de _Noordstar_, had in zijn nummer van 7en
|