zien den tegenstand der
mannen met de blauwe kielen, oordeelde de bevelhebber het raadzamer bij de
Lakenbrug post te vatten, om in voeling te blijven met de rest van 't
leger. Aan den Vlaamschen Steenweg echter liet zich de vierde afdeeling in
eene hinderlaag lokken, en werd teruggeslagen. Vruchteloos waren de
pogingen der koninklijke troepen tegen de barricade van het Koninksplein,
verdedigd door ongeveer twaalfhonderd boeren en werklieden, en aangevoerd
door Mellinet, Parent en De Culhat. Daar ook stond Charlier van Luik,
bijgenaamd "het Houten Been", die met zijn kanon wanorde en dood in de
Hollandsche rangen zaaide; het moorddadige vuur der scherpschutters, die in
de omliggende hotels post gevat hadden, verplichtte ze weldra naar de
Warande te wijken. Alzoo bleef de sleutel van de stad in de handen der
oproerlingen.
Hier werd door de Hollanders eene grove fout begaan; in plaats van
doortastend te handelen, verspilde de prins den zoo kostbaren tijd in een
straatgevecht, altijd den aanvaller zoo nadeelig. Zeer gemakkelijk had de
hij Brussel kunnen insluiten, indien men de afdeeling van generaal
Cort-Heyligers niet onverrichterzake tusschen Leuven en Tienen had laten
kruisen. Doch 's namiddags reeds had men den prins verteld dat men, om
Brussel te bezetten, de stad straat per straat, huis per huis zou moeten
innemen, door verwoesting of beschieting, en stelde hem voor dat er slechts
twee wegen overbleven: de stad beschieten of zonder dralen af te trekken.
Frederik echter verafschuwde het bloedvergieten en de verwoesting der stad;
gehoor gevend aan zijne toegevendheid, vergetend dat het uur van
krachtdadig optreden geslagen was, liet de prins bevel geven het vuur te
staken en zond zelfs in den avond een parlementair tot de opstandelingen.
Dat was de nederlaag bekennen!
Bij het vallen van den avond boden de barricaden een buitengewoon
schouwspel aan. Daar de Hollanders in de Warande en op de boulevards
teruggetrokken waren en de taptoe geslagen hadden, verlieten de Belgische
vrijwilligers en hunne Fransche aanvoerders de barricaden, lieten ze
gansch alleen staan en gingen in de omliggende herbergen over hunne
heldendaden pochen! Hoe de prins de barricaden 's nachts niet overrompeld
heeft, valt nooit te begrijpen!
In den nacht begaf baron d'Hoogvorst zich naar het hoofdkwartier van den
prins om dezen tot de ontruiming der stad over te halen. Frederik
antwoordde: "dat hij Brussel bezet had in de hoop orde en rust in d
|