amen de vlucht; het leger was door de afscheiding tusschen
Hollanders en Belgen met ontbinding bedreigd!
Prins Frederik en zijne generaals waren ontmoedigd door den hardnekkigen
weerstand en door het nieuws van den voortdurenden aantocht van nieuwe
vrijwilligers uit Henegouwen, waar al de garnizoenen een voor een,
uiteengingen of zich gedeeltelijk bij het oproer aansloten. Daarbij werd
den 26en het Hollandsche leger ingesloten door den brand die het Paleis der
Staten-Generaal en het Koninklijk Paleis bedreigde. In dien toestand
oordeelde prins Frederik dat de hem opgedragen taak van rustherstelling en
bescherming der vredelievenden onmogelijk te volvoeren was en besloot tot
den aftocht; omstreeks middernacht werd het bevel in dien zin gegeven en om
drie uur hadden de troepen de Warande ontruimd; tot groote verbazing der
vrijwilligers vonden deze 's anderendaags in den morgen het slagveld
verlaten ...
Die overwinning verzoende alle partijen om triomf te vieren; door het
gemeenschappelijk vergoten bloed werd de opstand eene nationale zaak. De
gematigden en de vreedzame burgerij, die tien dagen te voren om de troepen
geschreven hadden, sloten zich nu bij het zegepralende werkvolk en het
gepeupel aan en schaarden zich aan de zijde der revolutiemannen; voortaan
zal er maar eene partij meer bestaan, met een doelwit: het leger naar
Holland terug te drijven.
De vier Septemberdagen hadden aan de Hollanders 150 dooden en 2000
gekwetsten gekost; de Belgen telden 450 dooden en 1300 gekwetsten; al de
eer der overwinning werd den Franschman Mellinet toegeschreven.
* * * * *
Het onverwachte nieuws der bevrijding der hoofdstad verspreidde zich
bliksemsnel; van den uitslag van den strijd te Brussel hing immers het
behoud van het Hollandsch bestuur in bijna alle steden en gemeenten af;
alom namen de inwoners de wapens op, verjoegen de troepen uit Brugge,
Bergen, Doornik, Namen, Philippeville en Mariembourg, twee dagen later uit
Meenen en Ieperen, en kwamen de rangen der Brusselsche overwinnaars
vergrooten. Aldus had de nederlaag van prins Frederik de afvalligheid van
bijna gansch Belgie tot gevolg; ook ging het Hollandsche leger door de
desertie der Belgen in weinige dagen tot een staat van geheele ontbinding
over.
Nauwelijks had de geestelijkheid van het omliggende platteland het oproer
te Brussel vernomen, of haar strijdlust hernam met dezelfde kracht als ten
tijde der Brabantsche omwenteling.
|