De opstand tegen "den protestantschen
dwingeland" werd met gloed gepredikt en de boeren-vrijwilligers, met den
bekenden naam van "patriotten" bestempeld, werden voor hun vertrek door den
dorpsherder gezegend. In Vlaanderen hadden de geestelijken afgewacht welken
keer de zaken te Brussel zouden nemen; en als het bleek dat de Waalsche
revolutionnairen sterker waren dan de regeering, hebben zij de beweging
gevolgd. Nu bleek het genoeg door die spoedige wapening hoe de stijve en
verwaande houding der Hollandsche ambtenaren het lagere volk en de
buitenlieden afkeerig van het Noorden gemaakt had. Ook stroomden uit Ronse
en Kortrijk, uit Ninove en Aalst enz. reeds op 26en September groote benden
opstandelingen naar Brussel toe: meest allen behoorden tot die
gemeentewachten die de regeering zoo onvoorzichtig had ingericht.
Op Maandag 27en September, was de volksvereerde Louis de Potter
triomfantelijk te Brussel binnengetreden en door het volk met uitbundig
gejubel onthaald. Reeds 's anderendaags werd hij in het Voorloopig Bewind
opgenomen, en vormde met Rogier, Van de Wever en E. de Merode het
_Hoofdcomiteit_, dat met de uitvoerende macht bekleed was.
Met weergaloozen ijver en wonderbaar vernuft, bemoeide het Comiteit zich
met het herinrichten van leger en bestuur; zonder geld noch middelen
regelden zij het nieuwe beheer.
't Was in 't vuur van den strijd te Brussel, dat de Staten-Generaal in den
Haag eindelijk het principe van de bestuurlijke scheiding tusschen Noord en
Zuid aangenomen hadden, in de Tweede Kamer met 55 stemmen tegen 45, in de
Eerste met 31 tegen 7 (29en September). Twee dagen later benoemde koning
Willem eene commissie belast met het onderzoek van de maatregelen door deze
verandering geeischt, de inrichting en de bepaling der betrekkingen
tusschen de twee groote deelen van het Rijk; maar de Belgen namen aan dit
werk zelfs geen deel meer.
Alhoewel de Vorst, na ontvangst van een Adres geteekend door vele
aanzienlijke Belgen, den prins van Oranje den 4en October aan het hoofd der
Zuidelijke gewesten geplaatst had, en, in afwachting dat de scheiding van
Noord en Zuid, overeenkomstig de grondwettelijke vormen, bekrachtigd werd,
hem toeliet te regeeren met een bestuur uitsluitend uit Belgen
samengesteld; alhoewel de prins dit door zijne proclamatie te Antwerpen 's
anderendaags kond maakte en daarbij de vrijheid van onderwijs en van taal
beloofde, voldeed deze bestuurlijke scheiding bijna niemand meer. Het bloe
|