Dinsdag 24en, verlichting! Woensdag 25en,
omwenteling!" Verwittigd dat er oproer op handen was, besloot de politie
de verlichting uit te stellen, onder voorwendsel van mogelijk slecht weder;
en nochtans namen de overheden, als de gouverneur van Brabant Van der
Fosse, de bestuurder der politie De Knijff, de bevelhebber der burgerwacht
Germain of de burgemeester De Wellens, niet de minste voorzorg om in
voorkomend geval den opstand te beteugelen! Toch kende men de oproerige
taal der dagbladen der oppositie, die met eene ongehoorde woede de
Regeering en zelfs den Koning sedert tien dagen aanvielen, en de hoofden
trachtten op hol te brengen. Van zulken aard was de houding der Brusselsche
burgerwacht, die gewoonlijk na iedere oefening de wapens aflegde, doch ze
nu beweerde te behouden, dat men ze niet meer durfde bijeenroepen. Men
wist, door de verslagen der politie, dat groepen werkloozen in de
arbeiderskwartieren eene dreigende houding aangenomen hadden, en dat
onbekende zendelingen drank betaalden, geld uitdeelden en toespraken
hielden.
Die opruiers waren agenten der Fransche clubs, welke te Parijs eene geheime
regeering naast het Ministerie vormden; deze, bedrijvig, hartstochtelijk en
rumoerig, gansch in strijd met de vreesachtige voorzichtigheid van
Louis-Philippe, spraken van propaganda en wilden dat men de hand op Belgie
legde. De hoofden dezer partij, zooals de generaals Lamarque en De
Richemont, onderhielden eene drukke briefwisseling met de Belgische
Franschgezinden. In 't midden van Oogstmaand zond de Club _Les Amis du
Peuple_ verscheidene agenten uit Parijs naar Belgie om er de geesten op te
winden. Het zijn die agenten welke, in den nacht van 25en tot 26en
Augustus, te Brussel het oproer verwekten, dat aanleiding tot de
Omwenteling geven zou.
* * * * *
Onvoorzichtig had de politie dien avond, in den Muntschouwburg, de
vertooning van _La Muette de Portici_, van Auber, toegelaten. Dat stuk was
sedert de woelzieke vertooning van 1en Augustus verboden, daar het
onderwerp, de opstand van den Napolitaan Masaniello tegen de Spaansche
verdrukkers, uitstekend geschikt was, om aan het publiek de gelegenheid tot
revolutionnaire betoogingen te verschaffen.
[Figuur: Verwoesting van het huis van Libry-Bagnano in den nacht van
25 tot 26 Augustus 1830]
Gedurende de opvoering weerklonken herhaaldelijk de kreten: "Weg met den
Koning! Leve Frankrijk!" Bij 't einde van 't schouwspel schoold
|