t,
17 sept. 1963). Ook de toenmalige voorzitter van het Israelische parlement,
Kadish Luz, deed een soortgelijke uitspraak (zitting van het parlement,
21 april 1963).
Nu kan men dergelijke uitspraken wel begrijpen, want in de loop der eeuwen
hebben christenen niet zelden actief deelgenomen aan Jodenvervolgingen. Van
daaruit bezien is het te begrijpen dat men meende: "Van de Kerken hadden we
niets goeds te verwachten en kwam ook niets goeds tijdens Hitlers vervolgingen".
Zo werd het ook telkens gesteld in de discussie na mijn lezing (over een heel
ander onderwerp, toen nog) in een kiboets.
Nu stond me helder voor de geest dat protesten tegen de Jodenvervolging wel
degelijk geklonken hadden vanaf de kansel van de kerk in het dorp waar ik tijdens
de tweede wereldoorlog woonde. Ze hadden toen grote indruk op me gemaakt.
Die protesten ging ik opzoeken; dat was niet moeilijk, want het onvolprezen
instituut Yad Vashem in Jeruzalem beschikt over de standaardwerken geschreven
door Touw en Delleman.[0.1] Ook van de Lutherse Kerk in Denemarken vond ik
een krachtig protest. Dit - samen met de belangrijkste Nederlandse protesten -
heb ik toen gepubliceerd in een brochure "Hebben de Kerken gezwegen?", die
verscheen in het Nederlands (1964) en in het Ivriet. De laatste ben ik gaan
aanbieden aan de heer Kadish Luz die in een kiboets dichtbij Tiberias woonde.
<11>
Deze ontving me vriendelijk en beloofde de brochure te zullen lezen. Niet zo
lang daarna is hij overleden. Ik heb geen reactie op mijn brochure meer van
hem ontvangen, had daar ook niet uitdrukkelijk om gevraagd.
Intussen was mijn belangstelling gewekt en bleef ik regelmatig naar Jeruzalem
gaan om meer materiaal te zoeken. Wat ik daar en elders vond, was veel meer
dan verwacht. Op Yad Vashem volgde men mijn project met belangstelling en niet
zelden kreeg ik krachtige hulp. Zo bestonden er belangrijke protesten van de
Bulgaarse (Oosters-Orthodoxe) metropoliet; ik ken geen Bulgaars, maar een
bevriende relatie bij Yad Vashem vertaalde de documenten voor me in het Ivriet,
waarna ik ze vertaalde in het Engels, want in die taal wilde ik publiceren.
In die tijd werden we eens geconfronteerd met een wel zeer optimistische kijk
op de houding van de Nederlanders: een gefortuneerde Amerikaan wilde in Israel
een bos planten ter ere van het Nederlandse volk en deszelfs heldhaftige daden,
verricht ten behoeve van de Joden. Bij Yad Vashem vroeg men mijn mening en dit
heeft ertoe bijgedrage
|