om geen duizend Waerelden; al waren er al
de Huizen Concertzalen, en al de Paleizen Schouwburgen; en dat is veel
gezeit.
_Juffrouw Buigzaam_. Ik beken, dat dit in u inderdaad al eene ongemene
grote opoeffering zyn moet.
_Ik_. En dat ben ik met u volmaakt eens.
_Juffrouw Buigzaam_. Het is mooglyk wat heel onderzoekent in my, als
ik u durf vragen, of gy aan den braven Heer Edeling niets het minste
schryven zult?
_Ik_. Wel, gestelt zynde, dat de schaal, of liever de evenaar, krek in
't huisje stondt?
_Juffrouw Buigzaam_. Zo ik er iets aan doen konde, dan zou ik zeker er
zo veel gewigts opleggen, dat gy tot al[2] _schryven_ oversloegt.
_Ik_. Maar wat zal ik zulk een deftig verstandig man schryven?
_Juffrouw Buigzaam_. Wat? Ja, dat moet gy zelf beoeordeelen: dit, myne
liefde, kan of mag ik u niet dicteeren. In ernst, kunt gy aan dien
deftigen verstandigen man niets melden, dat hem, in weerwil dier
hoedanigheden, aangenaam zyn zoude? Pleeg met u zelf raad.
_Ik_. Maar ik ben het met my zelf niet eens. Somtyds wilde ik, _dat ik
niet schryven wilde_; en somtyds wilde ik, _dat ik wilde_. Gy lacht!
Heb ik u dan niet gezegt, dat ik een misselyk figuur ben? geen vrouw
voor zo een man.
_Juffrouw Buigzaam_. Gy hebt vooroeordeelen, myn hartje!
_Ik_. o Duizenden; dat sta ik u ook toe.
_Juffrouw Buigzaam_. Maar kan zulk eene verstandige jonge Dame zich
verbeelden, dat dit toe te staan alles is, wat zy te doen heeft.
_Ik_. Ik geloof neen: zy moet die afleggen, en zo hoop ik van tyd tot
tyd ook te doen; en zo dra ik vast weet, dat ik dien eernaam, zonder
verwaantheid, niet geheel onwaardig ben, zal dat gaan of 't gesmeert
is: maak er staat op.
_Juffrouw Buigzaam_. Nu ik u dit herinnert hebbe, zal ik er
afscheiden. Ik bid u alleen te bedenken; dat, indien gy my eens in
vertrouwen kunt zeggen, dat de Heer Edeling uwe liefde, zo wel als uwe
achting gewonnen heeft, ik u een der beste oogenblikken van myn leven
zal verschuldigt zyn. Gaat gy uit, hartje, om dat gy zo in order
gekleet zyt?
_Ik_. Dit was myn oogmerk: de Heer R. zal my op 't Concert brengen.
_Juffrouw Buigzaam_. Zo!
_Ik_. Gy zyt heel _laconicq_, maar dat _zo_ spreekt gy _zo_ deftig
uit; hadt gy 't liefst niet?
_Juffrouw Buigzaam_. Hoeft gy my dat te vragen, daar gy weet, hoe zeer
ik uw byzyn bemin? Evenwel, ik heb geen recht om u uwe vermaken te
ontroven: indien gy liever met den Heer R. uitgaat, dan met my t'huis
blyft. Wat is er aan te doen
|