een raam open
schuiven_.)
_Hy_. Neen, Kindje, daar is voor gezorgt; ik hou om de dood niet van
buren-gerugt. (_Hy werdt, dagt my, kwaadaartig over zyne te leurstelling!
o Myne Vriendinnen, heb ik my zelf dan iets te wyten, gaf ik aanleiding;
immers niet met myn weten_?)
_Hy_. Zie zo, 't wordt mooi laat; nu, ik heb zeer goed Logement voor
u; en ik hoop, dat ik u den tyd aangenaam zal verdryven.
_Ik_. Laat my gaan; 't is nog niet te laat, om in de stad te komen.
(_Hy lachte_.)
_Hy_. Ziet gy my voor zo een verd... gek aan, dat ik, een prooi onder
myn bereik hebbende, die zal laten weg vliegen?
_Ik_. Zo ik iets op u vermag, zo gy eenige menschelyke gevoelens hebt
voor een meisje, dat u nooit beledigde; dat nooit het minste oogmerk
omtrent u hadt; dat u voor een vriend, voor een eerlyk man hieldt,
laat my gaan, en ik zal u alles vergeven. (_Ik schreide bitterlyk_.)
_Hy_. Speel vry denzelfden zang, uit eenen andren sleutel[3]; ik hoor
gaarne _Variantes_, en gy zyt uw onderwerp magtig.
_Ik_. o Myn Heer, bespot my niet! God weet, in welk een dodelyken
angst ik ben; o myne waarde moederlyke Vriendin! o myn Voogd, wat heb
ik gedaan?
_Hy_. Wat? wel, gy zyt vry willig medegegaan met een man, die smoorlyk
op u verlieft is, en die u tot zyne _Sultane Favorite_ hoopt te maken.
Want zie, mooi Meisje, ik wend niet voor u te trouwen, ik wil u niet
bedriegen, elk moet zyn rang bewaren. (_Ik zeeg op een stoel neder, en
ik geloof, dat ik op dat oogenblik in staat zou geweest zyn, om hem
een mes in zyn schurkagtig hart te drukken: zulk tergen maakte my
zinneloos. Hy liet my eenige minuten aan my zelf over; maar wat er
toen in myn geest omging, weet ik niet! Hy naderde my weder_.)
_Ik_. Deugeniet, lieve goede menschen ... o God! hoort my niemand!
(_Hy nam my op, maar zweeg; doch al myne kragten zich, machinaal,
verzamelende, stootte ik hem van my af; hy beet op zyne lippen en
vloekte_). Toen smeekte ik hem weder, dat hy my gaan liet.
_Hy_. Ja, op de Fargon. (_Ik bedagt my_.)
_Ik_. Kom aan, als het toch zyn moet.
_Hy_. Neen, Meisje, ik versta u. Hier moet gy blyven, geen kuren by
den weg. Ik had gemeent, dat gij goedwillig met my zoudt gegaan zyn,
doch nu is die voorzorg onnodig.
_Ik_. Vrees voor de gevolgen; gy zyt niet boven de wetten.
(_Hy lachte hartlyk_.)
_Hy_. Zou ik niet, Liefde? Weet gy wel, dat de Rechter geen notitie
neemt van zo een galanterietje? Kan het my schelen, waar ik ben, denkt
gy? Hadt ik ku
|