FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>  
een zoet praatje te leiden ben, anders, wel heden, me dunkt, ik had, voor den _Negenden dag_, wel kunnen schryven. Maar de slenter moet gevolgt! Tante Redelyk houdt, zeg ik haar, niet van oude palen te verzetten: maar de Vrouw spreekt, zo zegt zy, by ondervinding; en dewyl zy reeds tien kindertjes gehaalt heeft, dien ik nog al op haar zo wat te betrouwen. Kom meisje, gy moet den moed niet opgeven: gy plagt altyd _ouder_ en _wyzer_ te zyn dan ik ben, en ik heb my wel gehouden, hoor ik; want ik, arme sloof, weet niet, hoe andere Vrouwen zich gedragen. Gy kent myn humeur! "Kom aan, Saartje, zei ik, schik u naar 't geen zo zyn moet; gy zult er u zelf best by vinden." Zo gezeit, zo gedaan: en zie daar! my Moeder van het liefste kind, dat gy u verbeelden kunt. Gelooft gy my niet? vraag het dan aan het schaap zyn Grootvader; vraag het aan den Heer Blankaart;--aan elk, die het ziet. En wat heb ik nu een drukte met myn kleine Prul! Ik zou hem wel altyd op myn schoot willen hebben; maar Baker zeit: "dat hy dan wel haast niet meer in zyn wieg zal willen, en dat dit toch best is voor hem." Hoe, best? vroeg ik; kan _myn_ jongje ergens _zo best_ zyn, als op zyn eige Moeders schoot? Zo ziet gy, dat elk den baas over my speelt, tot de Baker inkluis. Wat ben ik hongerig, Naatje! Ik kan altyd wel eeten, en neem 's avonds een trommeltje met beschuit naar bed: (nu, kind, gy zult wat ondervinden,) ik moet myn Jantje immers voorraat bezorgen? Myn stoute Broer klungelt gedurig aan de Wieg, en maakt zyn Neef wakker, die dan een brave keel open zet, en dwingt om by Mama te zyn; dan loopt Cees de Kamer uit, en zingt zyn moffenliedje, daar gy eens zo om moest lachen. Onze Pieternel is hier geweest; dat was een vertoning! zy zei, "dat het kind er zo verstandig uitzag, en zo leek op Grootvader Burgerhart, (dat is, op myn Grootvader, moet je weten;) en zy kon niet bedenken, dat ik al zo een knappe Zeun hadt; wel heden, het heugde haar nog, als den dag van gisteren, dat ik geboren wierd; 't was op een Dingsdag;--neen, op een Woensdag;--toch op een Dingsdag; want dit was haar stof- en raag-dag; en zy was net bezig met Grootvaders slaapkamer te stoffen, toen myn Heer Blankaart, die altyd by uw Vader was, wil ik spreken, aan den trap riep: Pieternel, kom eens af, meid, daar hebben wy een aartig piskousje gekregen; en Mevrouw, ik had er zulk een innerlyke dingstigheid van, dat ik over myn handstoffer viel, al het stof op het tapyt; zo dat, ik weet he
PREV.   NEXT  
|<   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>  



Top keywords:
Grootvader
 

Pieternel

 

Blankaart

 
willen
 
Dingsdag
 
hebben
 

schoot

 

immers

 

Jantje

 

avonds


trommeltje
 
beschuit
 

ondervinden

 

stoute

 

wakker

 

dwingt

 

bezorgen

 

gedurig

 

klungelt

 

voorraat


Burgerhart
 

spreken

 

slaapkamer

 
Grootvaders
 

stoffen

 
handstoffer
 
dingstigheid
 

innerlyke

 

aartig

 

piskousje


gekregen

 

Mevrouw

 
uitzag
 
verstandig
 

vertoning

 
geweest
 

moffenliedje

 

lachen

 

geboren

 

Woensdag


gisteren

 

heugde

 
bedenken
 

knappe

 
kleine
 
betrouwen
 

meisje

 

gehaalt

 
kindertjes
 

ondervinding