FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>  
iet geevenaart, ook niet van de jonge Vrouw, en die speelt, zo als de Heer Blankaart zegt, evenwel "Kapitaal." De eetzaal was gereet gemaakt, om ons Soupee te houden: het overtrof nog het Verjarings Collation. De Heer Blankaart's knegt, die van Vader, en die der Weduwe dienden. Men had voor hun wel degelyk gezorgt, en Blankaart hadt de oude kindermeid van de Bruid ook verzogt, om mee in de vreugd te delen. (Van die nog een woord.) De twee Weduwen werden door de twee oude Heren op hare plaatzen geleidt; en zo dra de Getrouwden gezeten waren, voegden wy ons er by. Op het dessert heb ik my ook gewroken; doch zy hebben my, door hun verdriet te verbergen onder een vriendelyken lach, deerlyk te leur gestelt. Ik zal het Vod[1] zelf hier in sluiten, 't Zal u mooglyk tot een zoet rustmiddeltje dienen; en gevolglyk nog ergens goed voor zyn. Toen men vervolgens zat te praten over die kostelyke niet met allen, die onder goede vrienden zo aangenaam zyn, zei myn Vader: "Kom een glaasje van gelukwensching. Welkom, vervolgde hy, met een zeer ernstig vriendlyk gelaat, daar zyn eerlyk hart in uitscheen: Welkom, lieve Dochter, in myne Familie. Nooit moet gy u den dag beklagen, die u in dezelve brengt; ik althans zal een goed Vader omtrent u zyn: gy zyt het waardig. Geluk, myn Zoon, met uwe Vrouw; wees een zo goed Man, als gy een Zoon, een Broeder, een Meester waart, en gy zult uwe Vrouw dierbaar blyven. En gy, Cornelis, (tegen my,) geluk, jongen, met uwe Zuster; als gy trouwt, zal ik even zeer in myn schik zyn als nu: gy zyt beide myne Kinderen. Myn Heer Blankaart, geluk met deeze verbintenis! dat wy beide nog lang getuigen zyn van dat heil, dat myn Vaderlyk hart van den Almagtigen God afsmeekt." Hy kon niets meer zeggen, maar boog tegen het gehele gezelschap, en er vielen tranen langs zyne wangen. De Bruid stondt op, omhelsde hem; hy kuste haar; niemand sprak: allen droogden wy onze oogen af. Hendrik, (om wat afwendig te maken,) vroeg aan 't gezelschap, of men hem, toestondt, om de gewezen kindermeid der Bruid binnen te verzoeken? Niets liever! Daar op kreeg ik myn hoed en handschoenen, en marcheerde naar de Keuken, om het ouwe schaap, dat in haar beste Zondaagsche plunje was, en styf stond van de gouden ringen, in te leiden. "Aanstaande Zuster, zei ik, met myn hoed onder den arm, en Pieternelletje zeer eerbiedig aan de hand, daar heb ik myn Vryster, die gaarn de eer hadt, om by u haar compliment van felicitatie af te leggen." De Brui
PREV.   NEXT  
|<   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>  



Top keywords:
Blankaart
 
Zuster
 
Welkom
 

gezelschap

 

kindermeid

 

Aanstaande

 

leiden

 
Kinderen
 

leggen

 
verbintenis

ringen

 

Vaderlyk

 

Almagtigen

 

getuigen

 
gouden
 

Pieternelletje

 

eerbiedig

 

compliment

 

Meester

 

Broeder


Cornelis

 

felicitatie

 

blyven

 

trouwt

 
jongen
 
Vryster
 
dierbaar
 

Hendrik

 
marcheerde
 

handschoenen


niemand

 
droogden
 
afwendig
 

binnen

 
liever
 

verzoeken

 

gewezen

 

toestondt

 

Keuken

 

zeggen


Zondaagsche

 

afsmeekt

 

gehele

 
wangen
 

stondt

 
omhelsde
 

schaap

 

vielen

 

tranen

 

plunje