u, 't schaadt je niet; zo je jou nu nog maar bekeert, zal 't alles
wel lukken: hoor, ouwe kennis, ik begryp niet, hoe of je zo in dien hoop
verwart geraakt zyt. Gy pleegt te wezen als alle andere deftige Burgers;
maar zedert dat je bekeert ben, zit je te zuchten en te steunen, dat de
Duivel in zyn vuist lacht, om dat je het by onzen lieven Heer zo wel niet
hebt als by hem. Denk jy, dat onze Hemelsche Vader, die uit liefde en met
blymoedigheid wil gedient zyn, het scheelt, of gy u als een _graauwe
Munnik_ toetakelt; en er uitziet, of je uit het zothuis kwaamt? dat je
dat kostlyk aangezicht weg moffelt in een malle muts? Niet dat ik wil,
dat gy u optooit als een kleuter; maar kleedt u zo als Styntje: zo een
Samaartje staat immers net en ordentelyk, en het Kuifje zindelyk en
zedig? Zy ziet er ook zo blymoedig uit, dat men niet hoeft te vragen,
of zy zich in den dienst haars Gods wel bevindt, en vrolyk leeft in
den Here. Nu, _zalig zyn zy, die zich beteren_. Wat uw bestaan aangaat,
zorg daar niet voor. Uwe lieve brave Nicht heeft my gebeden, om u uit het
hare te mogen onderhouden; en ik zou haar niet half zo liefhebben, zoo zy
niet zo wel kon goed doen als vergeven. Zie, dat is ook een Christelyke
plicht. En wy hebben allen nog zo veel te doen, eer wy waarlyk Christenen
zyn, ik voor al, dat het ons niet voegt onvergeeflyk te zyn. En jy en ik,
Zantje, mogen by Styntje nog wel een lesje halen."
Vriend Blankaart, zeide ik, ik vinde gedurig zo stoffe, om my te
vernederen voor den Here; laten wy liever elkander leren, en opbouwen
in het goede werk. De Here zelf moet ons leren; en zo doet hy ook in
het woord der waarheid. "Dat is recht, zeide hy: maar wy doen heel
anders, wy verlaten den Sprinkader des levendigen Waters, en houwen
ons zelf gebroken bakken uit; zie, ik lees alle daag in Gods Woord, en
hou my niet op met uitleggingen, die ik niet noodig heb om het te
verstaan, voor zo verre het my raakt als een Christen mensch, wil ik
spreken. Wat kan 't my schelen, of in zo een text van den _Gog_ en den
_Magog_, of van _Constantyn den Groten_ gesproken wordt? Ik wil
_Bybels_, ik wil _practicaal_ horen preken. Daar liep ik verleden
Zondag zo eens in de Meniste Kerk by den Toren; er werdt over de
Bekering gepredikt; 't was zo fraai, dat ik ging zitten, en luisterde
als een vink. Wel, Styntje, ik ben nu zuiver rechtzinnig, maar
waarlyk, ik kon _amen_ op alles zeggen; en ik zei het ook in my zelf.
Sticht dat niet beter, dan dat ik hoo
|