de de Koning in zijne troonrede,
bij de opening der Staten-Generaal, de wetgeving voor de perszaken te
veranderen; die belofte bleef echter een doode letter; integendeel beval
minister Van Maanen aan de rechtbanken met nog meer strengheid tegen de
dagbladen te werk te gaan.
Ducpetiaux, in een nieuw artikel (28en October 1828), had verzet durven
aanteekenen tegen de onwettelijke uitdrijving van twee jonge Fransche
schrijvers, beticht een tamelijk zwak hekeldicht tegen de belasting op het
gemaal geschreven te hebben; hij werd in de gevangenis geworpen. Op 5en
November dient daarop Ch. de Brouckere een wetsontwerp in, tot afschaffing
der besluiten op de drukpers. Vijf dagen later kondigt de _Courrier des
Pays-Bas_, die zich door de aanhouding van Ducpetiaux niet had laten
afschrikken, een hoogst geweldig artikel af van den vroegeren bondgenoot
der regeering, Louis de Potter. "Laat ons die schim van het gevaar der
Jezuieten, waarmede de regeering voortdurend schermt en ons bedot,
verwerpen, schreef hij ongeveer; laat ons voortaan beschimpen, hoonen en
vervolgen de _ministerieelen_!" Het woord stond er. Door de noodlottige
dwaasheid der regeering, door hare nuttelooze strengheid kwam zij voor
altijd den steun der liberalen te verliezen.
De vranke publicist, van ophitsing beschuldigd, werd met Ducpetiaux in de
gevangenis der Kleine Karmelieten opgesloten; intusschen bepleitte
vruchteloos De Brouckere in de Tweede Kamer de vraag van de vrijheid der
drukpers: met 61 stemmen tegen 44, 't zij al de vertegenwoordigers van 't
Noorden met zeven van 't Zuiden, werd zijn wetsontwerp verworpen (3en
December).
Op 13en December 1828 kreeg Ducpetiaux van 't Assisenhof van Zuid-Brabant
een jaar gevangenisstraf; acht dagen later, niettegenstaande de
welsprekende pogingen van zijn advocaten Van Meenen en Van de Weyer, werd
Louis de Potter tot 18 maanden gevangenisstraf en 100 gulden boete
veroordeeld. De aanspraak van den beschuldigde tot het publiek na de
pleidooien, -- een echt rekwisitorium tegen de regeering -- werd door de
aanwezigen op luid handgeklap onthaald, de uitspraak van het vonnis
integendeel op gejouw en gefluit; en 't was onder de kreten, door de
woelige menigte geuit, van "Leve De Potter! Weg met Van Maanen!" dat de
veroordeelde naar zijn gevangenis teruggevoerd werd. Het gepeupel wierp de
vensterglazen van het Ministerie van Justitie uit.
Dit proces vond gansch Belgie door eenen ongehoorden weerklank en het
oefende
|