verwezen (30en April 1830).
De Brusselsche bevolking, op wie de koene pleidooien van Van Meenen en Van
de Weyer een diepen indruk gemaakt hadden, vernam deze nieuwe veroordeeling
met de grootste verslagenheid. De politie, overigens zeer slecht ingericht,
kon er niet in slagen de opstellers van een hevig plakkaat te ontdekken,
waarin, voor de eerste maal, een oproep tot het geweld te lezen stond:
"Slaapt gij, Belgisch volk? Ontwaakt en wet uwe dolken, om ze in den boezem
uwer verdrukkers, Van Maanen en consoorten, te ploffen ... Vrijheid voor
den heer De Potter! Weg met het ministerie, of de _omwenteling_! Leve de
vrijheid!"
De gisting groeide nog aan, wanneer drie dagen na 't proces,
niettegenstaande het voorafgaandelijk protest van De Potter's advocaten,
dezes aangeslagene papieren en zijne briefwisseling met Tielemans door
Libry-Bagnano in druk gegeven werden: de griffier van het tribunaal had ze
met toestemming van minister Van Maanen aan den ellendeling geleverd!
Vruchteloos kloegen de beide veroordeelden dit schandelijk misbruik bij den
Koning en de Staten-Generaal aan; beiden moesten zonder genoegdoening het
land verlaten; Frankrijk weigerde de ballingen te ontvangen, die daarop
besloten een toevluchtsoord in Zwitserland te zoeken; in Pruisen, dat zij
doortrokken, ontmoetten zij allerlei moeilijkheden.
De misnoegdheid sloeg van de straat naar de openbare tribune over. Wel is
waar werd eindelijk het langdurige werk der herinrichting van het gerecht
door de aanneming van een minder wreed strafwetboek volmaakt; maar bij de
bespreking der herziening der wet op de drukpers van 16en Mei 1829, die de
regeering al te vrijzinnig geoordeeld had, werden zulke harde woorden door
de afgevaardigden van het Zuiden uitgesproken, dat zekere ministerieelen
van het Noorden, in woede ontstoken, allen eerbied voor hunne collega's
vergaten. Den 18en Mei 1830, daar men aan de Staten twee Nederlandsche
verslagen aanbood, zonder ze in 't Fransch volgens gewoonte samen te
vatten, bedreigde de Belgische volksvertegenwoordiger Barthelemy de
Hollanders met het gezamenlijk vertrek der Zuidelijke afgevaardigden.
Tweemaal onderging het ministerieele ontwerp eene nederlaag, en slechts met
merkelijke wijzigingen kwam de wet er door (1en Juni 1830).
Na de kleine seminaries te hebben heringericht, begonnen de nieuwe
bisschoppen, de strijdlustige Van Bommel, Delplancq en Van de Velde, hunne
herderlijke omreis in hunne bisdommen. Het jubileum v
|