FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56  
57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   >>   >|  
schroom te laten varen en vrijmoedigheid te verkrijgen: hij rees langzaam op, en, den onbekende naderende, begon hij hem zijn koopwaren aan te bieden. "Dheursthekers!--messen!--scharen!--brillen!--photloodjes! khoop wat, Meneer! gheen deit rijk, zoowaar God leeft." De vreemdeling vergenoegde zich, den Jood met een langzaam hoofdschudden af te wijzen, zonder eenig antwoord op zijn aanzoeken te geven. "Laat ik wat an jou verdienen," vervolgde Simon, hem bij den mantel trekkende: "halmenakkies! snijfdoozen! Thraktaatjes hover de pholetiek van den dag!--mooi om te leggen loopen lezen hover den weg. Of wilje liever een khommediepoekkie?--of de leste woorden van Saco, met zijn sententie er achter. Nha! hik zeg hummers gheen kwaad?..." "Hm!" bromde de vreemdeling en ontwrong, met een beweging van verontwaardiging, zijn mantel aan de handen van den Jood, en te gelijk het bord met broodjes, dat Mientje hem toereikte, aannemende, wendde hij zich om, en ging weder naar de voordeur. Onderweg echter bedacht hij zich, keerde terug, keek rond, als zocht hij iets, nam toen het mes van Andries, (die, juist opgestaan zijnde, bezig was een pijp aan te steken en de daad des onbekenden niet terstond bemerkte), sneed het eene broodje in dunne reepjes en stapte toen de deur uit, gevolgd door Simon, die niet afliet, hem zijn waren aan te prijzen. Andries ging weer naar zijn plaats en ontdekte terstond dat men aan zijn mes geraakt had. Ik had inmiddels mijn geld terugontvangen, en, een nieuwen twist voorziende, mij, na een goeden dag aan 't gezelschap te hebben gewenscht, weder naar buiten begeven, toen de arme Simon plotseling naar binnen en mij tegen 't lijf werd geworpen. Hij had, niet tevreden van zijn prullen den vreemdeling aan te prijzen, ook in de kar willen kijken, waarschijnlijk om te zien of hij daar ook een kooper zou vinden, toen de reiziger hem op deze vrij onzachte wijze belette, zijn voornemen ten uitvoer te brengen. "Hawaai! hawaai!" riep de arme drommel, zijne, over den grond verstrooide kramerijen stuk voor stuk oprapende: "hik ben heen bedurven man. Wat zhijn dat nou voor menieren? mag een heerlijke khoopman op 's Eeren straten zoo be'andeld worden? Leelijke sthraatschender dhat je bent met jen schavotkleerden mantel. Je ben men phortuur niet; maar gheef me hen kleinen jonge bij me hen ik shla je tot greizelementen. Mhag jij de menschen zoo molestheren?" Er waren eenige voorbijgangers en werklieden uit de buurt op
PREV.   NEXT  
|<   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56  
57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   >>   >|  



Top keywords:

vreemdeling

 

mantel

 

Andries

 

langzaam

 

prijzen

 

terstond

 
prullen
 
reiziger
 

tevreden

 
vinden

kijken
 

willen

 
waarschijnlijk
 

kooper

 

buiten

 

nieuwen

 
terugontvangen
 
voorziende
 

ontdekte

 

geraakt


inmiddels

 
goeden
 

gezelschap

 

geworpen

 
binnen
 

plotseling

 

hebben

 
gewenscht
 
begeven
 

kramerijen


schavotkleerden

 

phortuur

 

sthraatschender

 

straten

 

andeld

 

worden

 

Leelijke

 

kleinen

 

molestheren

 

eenige


voorbijgangers

 

werklieden

 

menschen

 

greizelementen

 

hawaai

 
Hawaai
 
drommel
 

brengen

 
uitvoer
 

onzachte