doorleefd en ervaren en gepeinsd had in zijn veelbewogen bestaan verbond
zich tot eene, van gevoel doorklonkene, levensconceptie. Hij spuwde de
beschaving uit die de massa veroordeelde te kruipen in ellende, die allen
de slaven der zonden deed zijn. Hij spuwde de kunst uit, "het kind van
verslappende weelde;" hij spuwde de wetenschap uit, "het kind van
ontzenuwenden lediggang."
Het was een nieuwe stem die zich uitstortte over de verbaasde
maatschappij, een rauwe ongeoefende stem nog, maar hoe machtig van
plechtigen ernst, hoe bewogen van innerlijk leven! Het was de stem van
den linkschen plebejer, den ongepolijsten kleinburger, die de gladde
hoffelijkheid waaronder de groote wereld zelfzucht en roemzucht en
ijdelheid en moreele verdorvenheid bedekte, altijd had gevoeld als
vijandelijk en haatbaar. Het was de stem van den gemoeds-mensch,
uitbrekend in opstandigheid tegen het juk van hoogmoedig kritisch
intellektualisme, dat alle geheimen driest ontkende, stellend tegenover
de matelooze zelfverheffing der rede, den lof der bescheiden aan God
welgevallige onwetendheid. Het was de stem van den patriot, den minnaar
van Frankrijk, die vol verdriet haar ouden roem zag tanen, haar leger
aangevreten worden door verwijfdheid en verslapping, die waarnam dat een
vervallend regiem "nog wel geleerden en kunstenaars kan voortbrengen,
maar geen burgers meer." Het was de stem van den individualist, opkomend
tegen "de lage en bedriegelijke eenvormigheid der moderne beschaving."
Het was de stem van den Boetprediker die tegenover de waardemeters dier
dagen: fortuin en titels, geest en talenten, andere meters stelde:
burgerdeugden, een zuiver hart, reine zeden, liefde voor het vaderland;
de meters van eenvoudige arbeidzame lieden met onbedorven bloed. Het was
de stem van den handwerksman, den _reaktionairen_ kleinburger, die niets
voelde van Diderot's verrukking voor de verbetering der techniek en de
toepassing der wetenschap op de produktie; intuitief begrijpend dat door
haar zou ondergaan wat hij het schoonst en lieflijkst achtte op aarde:
het kleinburgerlijk gezinsleven. Het was de stem van den _revolutionair_,
den voorvechter van massa's die niets te verliezen hadden bij een
gewelddadige breuk met het verleden, die sterk zouden zijn door verachting
voor het historisch-gewordene, die zouden overwinnen door de negatie van
dien voozen glans en die onheilspellende schittering, opstijgend uit een
maatschappij in ontbinding.--Ja, het was wel
|