FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146  
147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   >>   >|  
aan het geheel een godsdienstig karakter bij te zetten waren overal altaren in de open lucht gebouwd, elk door een in 't wit gekleeden priester bediend, terwijl processies, eveneens in 't wit, langzaam van het eene altaar naar het andere gingen, en de rook der offeranden in doorzichtige wolkjes naar boven steeg. Nu ging hem een licht op. Het Park was eigenlijk een onafzienbare tempel, een tempel zonder muren. Dit ging zijne verwachting verre te boven. Ben-Hur daalde af in de vallei. Daar graasde een kudde schapen. De herderin wenkte hem: Kom! Een weinig verder verhief zich midden op 't pad een altaar van zwart en wit marmer, en daarop een bronzen bekken met brandend reukwerk gevuld. Vlak daarbij stond een betooverend schoone vrouw met een wilgetak in de hand, en zoodra zij hem zag, wuifde zij hem toe en riep: Kom hier en toef een weinig! Nog verder kwam hij eene processie tegen. Aan het hoofd gingen eenige kleine meisjes, met kransen omhangen; maar dat was dan ook haar eenige bedekking. Zij zongen in koor, en werden gevolgd door een groep kleine jongens, eveneens naakt, en dansend op het gezang der meisjes. Hen volgden vrouwen met geschenken voor de altaren, specerijen en lekkernijen, hoogst eenvoudig, maar wel wat luchtig gekleed. In 't voorbijgaan staken zij hem de handen toe en riepen: Keer om en ga met ons!... Eene van haar, een Griekin, zong het volgend liedje: Voor vandaag neem en geef ik; Voor vandaag drink en leef ik; 'k Denk niet aan den dag van morgen, Die moet voor zichzelven zorgen. Zonder haar verder een blik waardig te keuren ging hij voort, totdat hij bij een schaduwrijk boschje kwam. Dat trok hem aan. Het gras was zoo groen en frisch, de boomen stonden niet dicht opeengedrongen en waren van verschillende soorten, ook van vreemden bodem hierheen gebracht: statige palmen, vijgen, laurierboomen, trotsche eiken, ceders, wedijverende in omvang met die van den Libanon, moerbeiboomen en platanen. Midden in het boschje stond een zeldzaam schoon beeld van Daphne. Aan den voet van het beeld lagen een knaap en een meisje in elkanders armen te slapen, zijn bijl en sikkel, haar mand en snoeimes lagen achteloos neergeworpen op een hoop verwelkte bloemen. Dat hinderde hem. Was hij onder den citroenboom tot de slotsom gekomen dat de bekoring van dit heerlijk oord gelegen was in: Liefde zonder vrees,--thans las hij als in een opengeslagen boek: Hier is Liefde de Wet, o ja; maar Liefde zo
PREV.   NEXT  
|<   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146  
147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   >>   >|  



Top keywords:
Liefde
 

verder

 

zonder

 
tempel
 

eenige

 

kleine

 

meisjes

 

boschje

 
weinig
 
altaren

altaar

 

vandaag

 

eveneens

 

gingen

 

verschillende

 

vreemden

 

soorten

 

stonden

 

frisch

 
opeengedrongen

boomen
 

liedje

 
Griekin
 

volgend

 

morgen

 

keuren

 

waardig

 
totdat
 
schaduwrijk
 

Zonder


zichzelven
 

zorgen

 

ceders

 

hinderde

 

citroenboom

 

bloemen

 

verwelkte

 

snoeimes

 

achteloos

 

neergeworpen


slotsom

 

gelegen

 

opengeslagen

 
bekoring
 

gekomen

 

heerlijk

 

sikkel

 

wedijverende

 

omvang

 

Libanon