te, die zich uitstrekt van aan Kaap
Gris-nez, in Frankrijk, tot aan Rusland. In Belgie is de grenslijn van dit
uitgestrekte gebied scherp getrokken door de Noordzee en ten zuiden door
de hooggeplooide heuvels der Ardennen.
Onze zeekust evenals die van Nederland, is overal laag en tegen het geweld
der baren beschut door een duinenrij, die zich uitstrekt van Kales tot aan
het Skagerrak. Bij deze jongste vorming van het alluvium, die
waarschijnlijk niet veel ouder zijn kan dan duizend jaren, is het de kracht
van den wind, die de belangrijke rol speelt in de wordingsgeschiedenis
onzer zeekust.
Echter is die duingordel op sommige plaatsen onderbroken door overstrooming
of het geweld der hooge vloeden, zooals tusschen Wenduine en Heist. Op die
punten is de mensch, zooals we gezien hebben, tusschen beide en de natuur
te hulp gekomen. Al vroeg moest hij de kusten en rivieren door het maken
van dijken en het versterken der duinen beschutten; het zeewater
terugdringen, om zandbanken en aangeslibde gronden op den Oceaan te
veroveren; ook het binnenwater door het droogmaken van meren, moeren en
poelen binnen de noodige grenzen houden, en tevens den grond vruchtbaar
maken. Hoeveel strijd is hier niet gevoerd en hoe dikwijls is die niet
hervat, eer de mensch overwinnaar bleef. Twintig eeuwen duurt die kamp
onafgebroken voort, met evenveel moed en volharding, als vastberadenheid.
Aangaande de hoogte van den bodem, onderscheiden wij in Belgie drie
bepaalde deelen, die, hoewel in elkander overgaande, toch duidelijk door
verschil van uiterlijk kenbaar zijn: het _hoogland_ of de Ardennen in het
zuid-oosten, tot aan de Samber en Maas, een lager _heuvelland_, dat er
onmiddellijk voor ligt, en het verder verwijderd _laagland_, ten
noord-westen, dat aan den zeekant door duinen wordt begrensd.
I. -- De Ardennen vormen in ons land een bergmassa van nagenoeg 60 Km.
breedte; het zijn de oudste gronden van Belgie: zij bestaan grootendeels
uit lei- en kalksteen, of uit rotsen van het hardste graniet; zij bevatten
een rijkdom van mijnstoffen, vooral ijzer en lood, marmer en ander
gesteente. Door verweering en wegvoering van stroomend water zijn ze sedert
den tijd van hun bestaan reeds merkelijk lager geworden.
Drie gordels van aanzienlijke heuvels, afgewisseld door schilderachtige
dalen, loopen min of meer evenwijdig aan elkander. De eerste, waarvan de
hoogste kruin de "_Baraque Michel_" is, een moerassige hoogvlakte of
hoogveen _(Hautes-Fa
|