moerassig
aan de kust en in het lage binnenland, deels heuvelachtig en met bosschen
bedekt naar het Zuiden en het Oosten toe. Omstreeks 't jaar 50 voor
Christus' geboorte werden die "Barbaren" ontdekt en onderworpen door Julius
Caesar, den beroemden veldheer der Romeinsche Republiek, die ons in het
verhaal zijner krijgstochten het eerste volledig en schilderachtig tafereel
leverde van de toenmalige bewoners van ons Vaderland.
Alzoo werden, in de laatste jaren der negentiende eeuw, de negers van
Middel-Afrika aan de watervallen der breede Congo-rivier door Stanley en de
Belgische officieren van koning Leopold II ontdekt en in den stroom der
beschaving getrokken.
Tusschen die twee ontdekkingen in van wilde stammen ligt onze geheele
geschiedenis van Belgie, die een tijdverloop van nagenoeg twee duizend
jaren omvat.
In zijne gedenkschriften roemt Caesar den moed dier Belgische volksstammen:
_Horum omnium fortissimi sunt Belgae_ (de Belgen zijn de dapperste aller
bewoners van Gallie). Maar die Keltische of Gallische Belgen, door Rome
veroverd, leerden en spraken weldra Latijn, de taal hunner beheerschers en
beschavers, en zij werden de voorvaderen der Walen; terwijl later
aangekomen Germanen, vooral Franken, en ook voor een deel Friezen en
Saksen, de stamvaders der Vlamingen werden.
Onder die Franken stonden mannen op als Hlodowig (Clovis), koning van
Doornik, die het koninkrijk _Francia_ stichtte en zijne hoofdstad naar
Parijs overbracht; Karel met den strijdhamer (_Martellum_), die in 732 bij
Poitiers de wassende zee van den aanspoelenden Islam stuitte; en Karel de
Groote (_Carolus Magnus)_, die in 800 tot Keizer van 't Westen werd
gekroond. Dat waren de eerste groote Vlamingen uit den voortijd.
Het machtig Rijk van Karel den Groote viel aan brokken en de Schelde werd
de grens tusschen _Francia_ en _Alemania_. Aan beide oevers van den kalmen
stroom ontstonden het graafschap Vlaanderen (863) en het hertogdom
Lotharingen, die beide eerst geheel en al onder den invloed der Germaansche
beschaving stonden, zelfs in de Waalsche gewesten, vooral te Luik en te
Doornik.
Omtrent 't jaar 1000 werd integendeel de Fransche beschaving
overheerschend. Het Duitsche Rijk was verdeeld en onmachtig geworden. De
Fransche Kroon begon hare staatkundige, intellectueele en kunstheerschappij
in West-Europa. Doch, in 't gebied van Schelde en Maas, waren bloeiende
handels- en nijverheidssteden geboren, die een onafhankelijk leven wilden
|