r de onfeilbaarheid van zijn
oordeel, zijne koppigheid en zijn gemis aan doorzicht, droegen veel bij tot
zijne impopulariteit, en zijn bestuur vonden de Belgen des te
onverdragelijker, daar hij protestant en Hollander was.
Ziedaar de man van wiens persoonlijk karakter en bestuurlijke begaafdheid
het afhing in hoeverre de Hollanders en de Belgen zich broederlijk als
zonen van hetzelfde vaderland zouden leeren beschouwen.
De prins van Oranje, de oudste zoon van den Koning, en Wellington's
leerling in den krijg, verschilde volkomen met zijn vader wat karakter en
denkwijze betreft. Zeer eigenzinnig en, als gemaal eener Russische
groothertogin, zeer hoogmoedig, werd hij weldra door den Koning uit het
bestuur van het krijgswezen ontzet, en gedurende tien jaren van de
staatszaken verwijderd.
Zeer ontwikkeld en zeer geliefd, oefende prins Frederik, Willem's tweede
zoon, als grootmeester der Nederlandsche vrijmetselarij, een zekeren
invloed uit op de liberale partij in Zuid-Nederland. Het beleid van 't
krijgsbestuur werd hem in 1817 opgedragen; doch evenals zijn vader, miste
hij bezieling en geestdrift en kon die dus aan anderen niet mededeelen.
Willem koos in den beginne voorname en ervaren mannen als ministers, meest
allen Noord-Nederlanders. Maar noch Gijsbert Karel van Hogendorp, een
ontwikkeld staatsman, een edel en open karakter, aan wien de koning zijne
kroon verschuldigd was en die zeer goed ingelicht was omtrent het bestuur
van het land; noch de bekwame en kundige Falck, die inschikkelijker was,
noch Van Nagel, noch Roell, konden lang overeenkomen met een Koning, die
alles alleen wilde doen en voor de persoonlijke regeering was in den echten
zin van het woord.
[Figuur: A. R. Falck]
Hoe kwam het dat in den beginne het bestuur van Willem in 't buitenland
geprezen werd als het toonbeeld van een goede liberale regeering? Dit
dankte hij aan zijne zelfstandige houding op het Congres te Weenen
tegenover de reactionnaire vorsten van Pruisen en Rusland; voorts aan de
gastvrijheid die hij aan de bannelingen van alle natien verleende, op het
oogenblik dat de Europeesche landen onder de bloedige verdrukking van de
vorsten van de Sainte-Alliance zuchtten; en eindelijk aan het schenken van
eene Grondwet aan zijne onderdanen.
* * * * *
Uit eigen beweging had Willem, in Maart 1814, een Grondwet aan Holland
gegeven. Deze verleende het volk meer vrijheid en meer waarborgen dan in de
voormal
|