e verplaatst worden.
Daargelaten nog de woede der in de Vlaamsche gewesten gevestigde Walen wien
men aldus eene onbekende taal opdrong, verhief zich bij de afkondiging dier
besluiten een storm van protesten, voornamelijk van wege de
Vlaamschonkundige advocaten, de Waalsche studenten der Hoogescholen of al
degenen die zich tot de openbare ambten voorbereidden zonder het Vlaamsch
te willen kennen. Talrijke zonen van begoede Belgische familien zagen zich
aldus een loopbaan sluiten die zij reeds betreden hadden of gingen
betreden.
Het taalverschil veroorzaakte menige wrijving in het Parlement evenals in
het leger. Terwijl de Zuidnederlandsche afgevaardigden, waaronder
Vlamingen, die slechts een dialect en niet de beschaafde omgangstaal
kenden, zich bijna uitsluitend van het Fransch bedienden, begonnen vele
Hollandsche vertegenwoordigers met opzet het Nederlandsch te gebruiken bij
alle besprekingen, morrende wanneer de vertaling door de
Vlaamsch-onkundigen geeischt werd. Ook zag men Hollandsche soldaten met
hunne makkers van het Zuiden handgemeen worden; de Hollandsche sergeanten
kwelden de Vlaamsche recruten, en gaven soms aan de Waalsche arrest wegens
hunne onkunde van het Vlaamsch.
Die wassende afkeer tusschen Noord en Zuid had, nog voor 1820, bij
klaarziende toeschouwers de onmogelijkheid van de versmelting van de beide
volken doen inzien, en hen doen besluiten dat de redding in eene federatie
lag, waarin Belg en Hollander hunne zelfstandigheid zouden bewaren.
* * * * *
De toestand werd nog door noodlottige toevallen verergerd. Het verschil
tusschen de stoffelijke belangen van Holland en Belgie, door den
financieelen toestand van de twee landen nog grooter gemaakt, zou weldra
aanleiding geven tot het eerste openbare geschil tusschen beide volken.
Volgens latere berekeningen, bezaten de Zuidelijke Nederlanden, in 1814,
eene schuld van omstreeks 100 millioen gulden. De Hollandsche Staatsschuld,
integendeel, was zoo groot dat Napoleon, toen hij Holland in 1810 bij zijn
Keizerrijk binnenpalmde, door een soort van bankroet, geweigerd had de twee
derden er van te erkennen. Willem wilde die oneerlijkheid niet
bekrachtigen, en om de schuldeischers van den Staat te voldoen, nam hij
zijn toevlucht tot een voor de Staatskas zeer nadeelig stelsel: de oude
schuld werd verdeeld in werkelijke schuld voor een derde, en uitgestelde
schuld, zijnde deze de door Napoleon afgeschafte twee derden. Mit
|