rlijk.
Nochtans bleef het volgens art. 2 der Grondwet, in gebruik tot verdere
schikking. Doch de besluiten van het Verbrekingshof te Parijs hielden op
rechtsgezag te hebben in Nederland. Overigens, volkomen ingenomen met de
Hollandsche landswetten, toonde hij weldra zijn neiging om tot dezelve
terug te keeren. Den 21en Augustus 1814 herstelde een besluit de stokslagen
in 't leger; wij hebben gezien hoe den 6en November de jury afgeschaft was
geworden alsook de openbaarheid van het rechterlijk onderzoek. Het ontwerp
door 't ministerie in 1820 ingediend, tot verandering van het Burgerlijk
Wetboek, leed schipbreuk voor de krachtdadige verdediging der Fransche
wetgeving door de twee Belgische afgevaardigden Dotrenge en Reyphins; men
vergenoegde zich dus met de volgorde der artikels van het _Code Napoleon_
te veranderen en er een onbeholpen Nederlandsche vertaling van te geven.
Wij zullen verder zien hoe deerlijk insgelijks het ontwerp van een
Strafwetboek, met echt middeleeuwsche bepalingen doorspekt, in 1827 moest
ingetrokken worden.
Hooger heeft men gelezen, dat ofschoon art. 227 der Grondwet de vrijheid
van drukpers uitriep, het draconisch reglement van 20en April 1815 de
persmisdrijven, in zeer vage bewoordingen aangeduid, op zeer strenge wijze
strafte: een buitengewoon bijzonder Hof was gelast de betichte
dagbladschrijvers te vonnissen. Onder de drukking der Groote Mogendheden
werd den 28en September 1816 de _Wet der 500 gulden_ gestemd: zij bedreigde
met een boete van dit bedrag, en bij hervalling met een gevangenzetting van
een tot drie jaar, al degenen die vreemde vorsten aanvielen of gispten. Op
deze wijze kon men voortaan alles als persmisdrijf bestempelen.
Priester De Foere had, gedurende De Broglie's moeilijkheden, zijn vranke
schrijven met twee jaar gevangenis moeten bekoopen. Wel is waar werd door
eene wet in 1818 de bijzondere vorm van procedure van het besluit van 1815
afgeschaft; de drukpersovertredingen zouden in het vervolg voor de gewone
en niet meer voor buitengewone rechtbanken gebracht worden, maar de strenge
straffen werden behouden.
In 1819 deed de regeering den schrijver Van der Straeten een geruchtmakend
proces aan, daar hij haar in zijn vlugschrift: _De l'Etat actuel du Royaume
des Pays-Bas_, gelaakt had; doch eene openbare inschrijving kwam de boete
van 3000 gulden dekken waartoe hij veroordeeld werd. Vier jaar later werd
die publicist opnieuw vervolgd en in de gevangenis opgesloten voor zij
|