leiden tusschen Duitschland en Frankrijk.
Vooral de Dietsche gewesten streefden naar eene eigene Vlaamsche beschaving
en in het midden der 13de eeuw verkondigde een West-Vlaming, Jacob van
Maerlant, aan zijn volk in de moedertaal de geheimen van den godsdienst,
van de natuurwetenschap en van de wereldgeschiedenis, zooals men ze alsdan
slechts in de geleerde taal van den tijd, in 't Latijn op de Hoogescholen
in andere landen leeren kon. Brugge, Gent en Ieperen, weldra ook Antwerpen,
Leuven, enz., werden brandpunten van nijverheid, handel en stoffelijken
welstand, vrijheid, volksverlichting en kunst.
En toen de overmoedige Fransche Koning in 1300 het graafschap Vlaanderen op
den impopulairen landheer inpalmde en aldus een begin scheen te maken met
de trapsgewijze verovering van ons tegenwoordig vaderland, stonden weldra
de Vlaamsche ambachtslieden en boeren op het slagveld der Gulden Sporen, te
Kortrijk (1302), om Vlaanderen en de naburige streek voor Fransche
annexatie te redden. Breidel en De Coninc, Willem van Gulik, Zannekijn, de
twee Arteveldes, Pieter Van den Bossche, Frans Ackerman en zooveel andere
helden zijn dan de groote Vlamingen, die "de koningen doen beven" en aan de
onderdrukte bevolkingen van Frankrijk en van Engeland tot lichtbaken in de
duisternis dienen, zooals de gelijktijdige Waalsche kroniekschrijver
Froissart met ontzetting te boek stelde.
De Vlaamsche lakenweverij bevoorraadt geheel Europa. De hallen, belforten
en stadhuizen komen prachtig uit den grond te Ieperen, te Brugge, te Gent
en in de kleinere gemeenten. De halle van Ieperen is het grootste
burgerlijk gebouw der middeleeuwen. De didactische dichterschool van
Maerlant en de mystieke prozaschrijvers met den grooten Brabander Jan van
Ruusbroec aan het hoofd leveren het geestesvoedsel in de moedertaal aan de
Vlamingen, terwijl de verfransching in de hoogere standen reeds aan 't
woekeren is.
[Figuur: Standbeeld van Jacob van Artevelde te Gent]
[Figuur: Halle te Ieperen]
In de 15de eeuw is er behoefte aan toenadering en eenheid. Een
vorstengeslacht uit Frankrijk afkomstig, de vier hertogen van Bourgondie,
stichten die eenheid op de puinhoopen der gemeentevrijheden. Onder hunnen
krachtigen schepter rijst in 't Westen eene nieuwe mogendheid op, die men
eerst met den aarzelenden naam van _Landen van herrewaarts over_, weldra
met dien van _Nederlanden_ aanduidt, naar de "lage landen bij de zee",
tusschen Frankrijk, Duitschland en Engelan
|