Overal brak bij
het naderen der troepen der Geallieerden de opstand los en sloeg van
Westfalen naar Holland over. Amsterdam gaf het sein der verlossing (15en
November 1813); de Pruisen en de Russen verjoegen de Fransche generaals,
terwijl de Engelschen in Zeeland landden.
Reeds op 16en November aanvaardden twee patriotten, de graven van Hogendorp
en van der Duyn, de souvereiniteit der oud-Vereenigde Provincien in naam
van den prins Willem van Oranje; veertien dagen later ontscheepte de zoon
van den oud-stadhouder te Scheveningen, en op 1en December nam hij in den
Haag den titel van Souvereinen Vorst der Vereenigde Provincien.
Intusschen rukten de verbonden legers Frankrijk binnen; het leger van het
Noorden onder Bernadotte's bevel trok langs Belgie op Parijs af. De
schielijke vlucht der Fransche ambtenaren en de aantocht der Pruisen en der
Kozakken werden alhier met geestdrift onthaald, vooral in de Vlaamsche
gewesten, waar de herinnering aan den Boerenkrijg nog zoo levendig was.
Den 4en Februari 1814 vaardigde, in naam der Vreemde Mogendheden, generaal
Karel van Saksen-Weimar een proclamatie tot de Belgen uit, waarin hij hun
de onafhankelijkheid liet verhopen en ze aanspoorde om troepen te lichten
ten einde hunne vrijheid te verdedigen. In overeenkomst met generaal Buelow,
stelde hij een Voorloopig Bestuur aan, en benoemde den
Oostenrijkschgezinden hertog van Beaufort-Spontin tot gouverneur-generaal;
deze werd al spoedig (den 29en Maart), op bevel van keizer Frans I,
vervangen door den generaal baron de Vincent, die echter slechts den 5en
Mei, een maand na Napoleon's troonafstand, bezit nam van zijn ambt. Den
30en Mei 1814 werd door het eerste verdrag van Parijs beslist, op het
aandringen van den Engelschen gevolmachtigde, dat Holland een uitbreiding
van grondgebied zou verkrijgen; door twee afzonderlijke en geheime akten
werd zelfs de uitgestrektheid dezer uitbreiding aangeduid, n.l. tusschen
Frankrijk, de zee en de Maas, ja zelfs tusschen de Maas en den Rijn. Drie
weken later bepaalden de gevolmachtigden der Geallieerden, in Conferentie
te Londen vereenigd, de voorwaarden der vereeniging van Holland met de
Belgische gewesten, bestaande uit de vroegere Oostenrijksche Nederlanden en
't Prinsbisdom Luik met het Groothertogdom Luksemburg; prins Willem van
Oranje werd verzocht deze bij te treden, en in den meest liberalen zin te
werken om de volkomen _versmelting_ der beide landen te verwezenlijken
(21en Juni 1814). D
|