wereldgeschiedenis.
Ons land was op den rand van den afgrond, toen de groote mogendheden het
aan Spanje ontnamen om het, buiten onzen wil, aan Oostenrijk over te maken.
Als een lakei, die met eenen nieuwen meester ook van livrei moet
veranderen, verwisselden onze gewesten hunnen naam van _Spaansche_ met dien
van _Oostenrijksche Nederlanden_. In 't midden der achttiende eeuw kwam
eene tweede tijdelijke verovering van Frankrijk onder Lodewijk XV de
nationale rampen vermeerderen, waar de Vrede van Aken (1748) een einde aan
stelde. Dertig jaren van ongestoorden vrede volgden daarop onder de
moederlijke regeering van keizerin Maria Theresia, die eenige verademing
brachten. Ook wordt hare nagedachtenis nog in Belgie gezegend; aan zulke
rust waren onze zwaargeteisterde voorouders niet meer gewoon. Daarenboven
toonde zich de Oostenrijksche regeering milder en verstandiger dan de
Spaansche. Het hooger en middelbaar onderwijs werden verbeterd, de landbouw
en de nijverheid aangemoedigd, de verschrikkelijke uitbreiding der
kloosters werd tegengewerkt, de opheffing der Jezuietenorde (na hare
afschaffing door paus Clemens XIV) in ons land in 1773 ook doorgevoerd en
de Academie der wetenschappen en letteren te Brussel opgericht (1772).
[Figuur: Jozef II]
Maria Theresia's schrandere zoon, keizer Jozef II bezocht in 1781 ons
vaderland, kort na zijne troonsbestijging. Sedert Philips II 's vertrek
naar Spanje in 1559 was hij de eerste vorst der Zuidelijke Nederlanden, die
zich gewaardigde onzen bodem te betreden en hij kwam er opzettelijk om onze
toestanden te bestudeeren. De vruchten zijner edelmoedige studiereis
bleven niet uit. Tal van hervormingen, uit Weenen naar ons land
overgebriefd, verrasten en schokten weldra keer op keer onze ingedommelde
voorouders: afschaffing der pijnbank, bedeesde verdraagzaamheid voor de
dungezaaide protestanten, opheffing der "onnoodige" kloosters, hervorming
der bisschoppelijke seminaries, herinrichting van het gerecht en van de
bestuurlijke instellingen en meer andere doortastende veranderingen,
meestal heilzame en dringende verbeteringen, die eenige jaren later door de
Fransche Omwenteling werden doorgedreven. Maar de katholieke geestelijkheid
en al degenen, die leefden van de voorrechten en misbruiken, ruiden het
verdwaasde volk op tegen die hervormingen, welke overigens door Jozef II
werden afgekondigd zonder acht te slaan op 's lands aloude grondwettelijke
waarborgen. De Brabantsche omwenteling
|