e
gemeenten der XIVe eeuw, _Jacob van Artevelde_.
[Figuur: Predikstoel van St-Baafskerk te Gent]
Hoeveel vaderlandsche helden en groote mannen zijn hier niet geboren, ook
de machtige Keizer Karel V, die zijn geboorteplaats zoo vreeselijk
kastijdde.
[Figuur: HUB. en JAN VAN EYCK. Aanbidding van het Lam Gods (vijf van
de zeven bovenpaneelen)]
[Figuur: HUB. en JAN VAN EYCK. Aanbidding van het Lam Gods
(hoofdpaneel)]
De liefhebber van oudheden vindt hier nog zooveel dat zijn weetgierigheid
bevredigen kan, vooral de indrukwekkende bouwvallen der aloude
St.-Baafsabdij, gesticht in de VIIe eeuw, tijdgenoote van St-Amand, die
in 636 hier het evangelie kwam prediken, en herbouwd in de IXe.
[Figuur: Het Stadhuis te Oudenaarde]
Door twee belangrijke kanalen is Gent in gemeenschap met de zee: door de
vaart van Brugge en Oostende en door die van Terneuzen, welke, gegraven op
last van koning Willem I (1825), thans verbreed en verdiept, een der
schoonste kanalen van Europa is geworden.
Door zijn inrichtingen van onderwijs op elk gebied en van elken graad, door
zijn hoogeschool in 1817 door Willem I gesticht, door zijn museums en
kostbare bibliotheek, door zijn aanzienlijke fabrieken van metaal, linnen
en katoen, door zijn tuinbouw en bloementeelt, die thans de eerste plaats
in de wereld bekleedt, heeft Gent, ondanks al de uitgestane rampen, zich
allengs weten op te richten, dank zij de levenskracht van dat taaie ras,
dat in onze dagen zich nog altoos kloek, even vrijzinnig en gevoelig toont
voor al wat schoon is en groot, even flink en nijverig als zijn Vaderen van
voorheen.
Met dit bemoedigend beeld voor oogen, begeven we ons naar Oudenaarde (7,000
inw.), mede een der oudste en heldhaftigste steden van 't land. Haar rang,
evenals haar vermaarde nijverheid van tapijten en gobelins, die in de 15e
en 16e eeuw tot 14,000 personen bezighield en voor welke de grootste
kunstenaars de modellen en teekeningen leverden, heeft ze laten verloren
gaan. Lodewijk XIII gelastte _Filips Robijns_ van Oudenaarde de beroemde
manufacturen der Gobelins naar Parijs over te brengen en de werkhuizen van
Beauvais in te richten.
Haar muren hebben aan menige bestorming kloeken weerstand geboden. De
gebouwen, die ze heeft bewaard, getuigen van haar vroegere welvaart: het
Stadhuis, dat pronkjuweel van een uit steen gebeiteld kantwerk met zijn
torentinne in vorm van kroon (1525-1537), is het werk van den Brusselaar
_Hendrik van Pede_, en moe
|