ijd voor de vrijheid van geweten, voor godsdienstige
verdraagzaamheid, zoo onmisbaar voor de grootheid van een volk. En toen na
de heldhaftige verdediging van Antwerpen, Marnix genoodzaakt was de stad
over te geven aan Alexander Farnese, en het Spaansche leger haar muren
binnentrok, begon voor haar een sombere tijd. Met haar val in 1585 ging
de wereldhandel naar Amsterdam, en toen bij den Vrede van Munster in 1648
de Scheldemonden niet heropend, maar voor goed gesloten werden, was het
voor lang met haar welvaart gedaan. Gedurende twee eeuwen trachtte zij nog
te leven voor de kunst, wier glans nog immer op haar afstraalt van haar
groote zonen, van Quanten Metsijs, Jordaens, Van Dyck, Teniers, Rubens
bovenal, die in heel de stad zijn glorierijk spoor heeft achtergelaten. De
Fransche sansculotten openden weer de Schelde en eerst in 1803, onder
Napoleon, begon men groote verbeteringen aan de haven te brengen, en er
voorname scheepstimmerwerven te vestigen.
[Figuur: O. L. Vrouwenkerk te Antwerpen]
Sinds den afkoop van den Scheldetol in 1863, nam haar handel en welvaart
dagelijks toe. Thans is zij na Londen de meest bezochte handels- en
havenstad van Europa, want in de laatste jaren heeft zij Liverpool en
Hamburg voorbij gestreefd. Meer dan 5000 schepen van alle natien en grootte
varen er jaarlijks binnen. Haar zielental is thans tot 282,000 geklommen,
zonder de dichtbevolkte voorsteden. De diamantslijperijen en
goudsmeedkunst, haar zijde, kanten en tapijten, haar suiker-, zeep-,
tabak-, touw- en zeilfabrieken, haar stokerijen, brouwerijen en
scheepstimmerwerven, evenals haar uitgebreide handel bezorgen aan al die
duizenden werk en voorspoed. Doch niet alleen als handels-metropool is
Antwerpen een bezoek overwaard; ook om haar rijke museums, haar monumenten
en heerlijke kerken, gevuld met meesterstukken van schilder- en
beeldhouwkunst. Onder al die merkwaardige gebouwen is de O.-L.-Vrouwenkerk
de schoonste en prachtigste. Die ruime Gothische tempel met zijn vijf
beuken en zijn weergalooze torenspits, een steenen kantwerk, dat zich 123
M. hoog in de lucht verheft, bevat o. a. drie wereldberoemde schilderijen
van den grooten Rubens. Ook de met marmer zoo rijk versierde kerk van
St.-Jacob, waar de groote schilder begraven ligt, en die der Jezuieten, de
schoonste proef van Rubens talent als bouwmeester, verdienen bewonderd te
worden. Onder de burgerlijke gebouwen noemen we slechts het stadhuis met de
bekende Leyszaal, de mooie
|