die door stijgende welvaart en
voorspoed zooveel van zich verwachten liet en een voorwerp was geworden van
bewondering, maar ook van afgunst voor anderen. Opnieuw scheidde hij zich
af van zijn Noorderbroeders, om zich te krommen onder het juk van Waalsche
bureaucratie, en een langen lijdensweg op te gaan van geestelijke
verstomping en stoffelijken achteruitgang, van miskenning zijner heiligste
rechten.
Wat zou er in die drie vierden van een eeuw van ons volk zijn geworden
zonder de Vlaamsche Beweging, die weinig jaren na de Omwenteling van 1830
zich reeds deed gevoelen; zonder de toewijding der trouwste zonen van 't
Land, die steeds voor de verwaarloosde stamgenooten in de bres sprongen, om
hun miskende rechten met moed en klem te verdedigen, en aldus machtig
bijdroegen tot Vlaanderens zedelijke herleving? Zal ons volk dien weg
blijven opgaan? Zal het hem mogelijk zijn met de aanmoedigende leeringen en
voorbeelden van het verleden voor oogen, tot een betere toekomst te
geraken, zijn vorige kracht en glorie te herwinnen? Dat zal in de eerste
plaats afhangen van ons zelven, van onze geestkracht en toewijding, van den
adel onzer handelingen, van ons gemeenschappelijk gevoel en eensgezindheid.
In het heden ligt wat worden zal!
Algemeen overzicht der Steden en Monumenten
Vlaamsch-Belgie is een historisch gewest bij uitmuntendheid. Weinig
landstreken bezitten zooveel geschiedkundige herinneringen, zooveel fraaie
steden, zooveel natuurschoon en kunstschatten, zooveel bekoring voor hart
en geest. Al vroeg werd het een machtig midden van druk verkeer, van
handel en nijverheid, een soort van onafzienbaar marktplein, waar Noord en
Zuid, de kooplieden van Engeland, Frankrijk en Italie, de Venetiaansche en
Hanzeatische zeelieden elkander ontmoetten. De vreemdelingen, die onze
landstreek bezochten, stonden verbaasd over de talrijke bevolking, die zich
overal verdrong. In de XIVe en XVe eeuw wekten onze steden de bewondering
van gansch Europa. Hun oude luister is thans verdwenen of sterk afgenomen;
sommige zijn schier uitgestorven, doch andere hebben zich uit den staat van
verval tot welvaart en bloei weer opgewerkt, om tot haar vorige glorie
terug te keeren. Er is bijna geen stad, die niet een of ander roemrijk feit
te vertellen weet; zelfs de doode steden met hun ruime pleinen en markten,
geschikt voor volksvergaderingen, roepen menige merkwaardige gebeurtenis
voor den geest. In dezen tijd wordt er oneindig veel gedaan voor he
|