ijzen in de gedenkschriften, die op haar naam zijn uitgevent. Zij kende
ook al de kleine anecdoten, die omtrent de merkwaardige personen van het
Fransche hof te boek gesteld zijn; en menige daarbij, die niet gedrukt
staat, en welke zij onder vier oogen aan de uitverkorene vrienden met
zooveel bijzonderheden en locale kleur wist te vertellen, dat men aan de
echtheid daarvan niet dorst twijfelen, en dikwijls overtuigd bleef, dat
zij hetgeen zij mededeelde had bijgewoond of althans uit de eerste hand
vernomen. Wat onze Nederlandsche familien betreft, hoewel zij ruim
vijftig jaren hier af en toe had doorgebracht, was zij daarmede wel eens
in de war: niet, dat men haar ooit op misslagen betrapte, wanneer het de
afkomst of vermaagschapping gold; maar zij was, gelijk zulks bij oude
lieden meer het geval is, op het laatst van haar leven altijd geneigd,
een geslacht te verspringen: zoodat zij mij en mijne tijdgenooten tot de
zonen onzer grootvaders en de broeders onzer tantes verhief, 't is waar,
dat een glimlach van hem, wien de misslag gold, doorgaans genoeg was, om
haar te herinneren, dat zij zich vergiste, en om tot rectificatie
aanleiding te geven.
Gij moet echter niet denken, dat zij geene andere verdiensten bezat als
die van veel gezien en opgemerkt te hebben:--hoewel ook deze minder
algemeen gevonden wordt dan men wel denken zoude. Zij paarde aan een
gezond oordeel veel _solide_ kennis, en was in de gelegenheid geweest,
daarvan voor haar zelve en voor anderen een nuttig gebruik te maken.
Ettelijke jonge dames uit onze aanzienlijkste huizen waren aan haar
onderwijs en leiding toevertrouwd geweest: en menig verdienstelijk
staatsman of geleerde, thans in hooge betrekking geplaatst, getuigt nog
heden van het nut, dat hij als jongeling uit haar omgang of lessen
getrokken heeft. En bij die verstandelijke gaven voegde zij,--in weerwil
van haar vroegere bekendheid met vrijgeesten en filosofen, met
kwakzalvers en _roues_, in weerwil zelfs van het zwak, dat haar was
bijgebleven voor verscheidene geschriften, die men thans uit de boekerij
eener vrouw verbannen zoude,--een vromen, godsdienstigen zin: en haar
werken zoowel als haar woorden getuigden, dat haar geloof vast was en op
een onwankelbaren grondslag gebouwd.
Haar karakter was vrolijk en opgeruimd: en tot haar einde toe bleef haar
het levendige, ja, ik zou zeggen, het kinderlijke van een jong meisje
bij. Vandaar dat zij zich somtijds op een kluchtige wijze recht boos kon
m
|