rken hebben enkel kale of gewitte muren. Men gaat er des Zondags
heen, om naar de preek te luisteren. Geen bevallige feesten of
symbolieke dagen of herinneringsplechtigheden. Men gaat naar de kerk,
omdat het nu eenmaal zoo behoort, en omdat men doen moet, wat volgens
de traditie altijd gedaan is.
De Bijbel is een nationaal monument, dat de hervorming op een lijn
stelt met de vaderlandsliefde, een gevoel, dat diep geworteld is in
't hart der Nederlanders, en toen Lodewijk XIV, na Utrecht te hebben
vermeesterd, op de groote markt alle exemplaren liet verbranden, die
men ervan kon vinden, zou hij zonder grootspraak zich hebben kunnen
beroemen, het intellectueele Holland van dien tijd aan de vlammen
te hebben overgeleverd. De vrijheid van geweten wordt echter overal
geeerbiedigd en dat wel sinds onheugelijke tijden. De godsdienstige
secten zijn ontelbaar, en alle leven in de beste verstandhouding
met elkander. Katholieken, protestanten, joden, muzelmannen, allen
genieten precies dezelfde rechten en prerogatieven.
Men is er streng van zeden. Nooit hoort men van misdaden of avonturen,
waarbij de liefde in het spel is. De jonge man, die zijn oog laat
vallen op een jong meisje, doet zijn best om het tot een huwelijk
te brengen, als ten minste het onderling belang erbij gebaat wordt;
alles blijft kalm in de polders, ook de gevoelens.
Die ingetogenheid verdwijnt een keer in het jaar en wordt tot een
deelneming aan woeste gelagen; dat is bij gelegenheid der kermissen.
Gedurende de dagen, gewijd aan deze nationale feesten, brengt de
boer naar buiten alles, wat hij in gewone tijden moet binnenhouden en
onderdrukken, namelijk de leelijke zijden van zijn natuur; hij danst
als een schuit op hooge zee, rookt als een antwerpsche stoomboot
en drinkt als den Helder op de dagen van overstrooming. Drie
dagen en drie nachten lang verlaat hij, meer bepaald in sommige
steden, het koffiehuis niet. Op de tafels en den grond uitgestrekt,
verbijsterd door de muziek en ongevoelig geworden door den drank,
blijkt hij een ander wezen geworden met buitensporige gebaren en
luid klinkende woorden, en men zou niet weten, waar men hem bij moest
vergelijken, als het niet bij Bacchus zelf was op zijn dagen van groote
uitbundigheid. De schilderijen van Rubens in het Louvre, zoo cru in
hun realisme, kunnen nog als symbolen dienen, indien een schets vol
echte waarneming symbool kan zijn voor een veeleischend geslacht.
Het bacchanaal,--dat moet erkend--
|