e zee opgericht.
Te Hoorn werd in 1416 het eerste groote net gemaakt, waarvan het nut,
gevoegd bij dat van het inzouten, tot in 't oneindige de opbrengst
der zee vermeerderde.
Die netten, echte reuzen in hun soort, wekken de gedachte aan de
milliarden visschen, eeuwen aan een door de naburige volken verslonden,
en men begrijpt, waardoor Holland ondanks de armoede van zijn grond
een rijk, soliede en welbehagelijk land heeft kunnen worden.
Er gebeurde bovenmatig veel voor de haringvangst. Geschiedschrijvers
zijn er niet over uitgepraat en geven wonderbaarlijke statistieken,
volgens welke men moet aannemen, dat het geheele volk zich bezighield
met het vangen, zouten en verkoopen van haring.... In verordeningen
werd het manna van de zee genoemd het Peru van de Bataafsche
Republiek.... Premies tot aanmoediging werden tot aanzienlijke bedragen
gegeven aan de Broederschap der Haringvisschers, tot schade van andere
takken van vischvangst. Geen ander dan een geboren Hollander mocht zich
met het kaken bezighouden.... In 't kort, de uitvoerigste reglementen
beschermden op allerlei manieren deze al te interessante industrie.
De nederlandsche haring trotseerde aldus langen tijd alle vreemde
concurrentie en deed meer voor de grootheid van het land dan de
beste kanonnen.
Toen volgden de oorlogen van het Rijk. Groot-Brittannie, altijd
zoekend naar de beste gelegenheden om handel te drijven, verleende
vrijstelling aan de geheele vischvangst, schafte het systeem der
premies af en bracht, door den haring voor minder geld te verkoopen,
aan den hollandschen handel groot nadeel toe.
In hun weelde als verstijfd, gingen de eigenaars der hollandsche
haringbuizen niet met hun tijd mee en zagen langzamerhand hun handel
verloopen. De zaken gingen zelfs zoozeer achteruit, dat de regeering
op haar beurt de premies moest afschaffen.
Tegenwoordig heeft de haringvangst geen nationale beteekenis meer,
en al is zij nog voor den visscher een bron van eerlijke inkomsten,
zij is niet meer een voorwerp van algemeene zorg.
De echte haringvisscher brengt zoo weinig mogelijk tijd aan den wal
door. De zee is voor hem alles: zijn bruid, zijn vrouw, zijn wieg. Met
zijn bijbel en zijn pijp zou hij naar het eind der wereld gaan en
weer nieuwe werelden ontdekken, als er nog nieuwe waren. Er werd te
Volendam met eerbied gesproken over een zekeren Hans Ouderke, tegen
wien men eens in een herberg gezegd had: "Je moest eens naar Indie
gaan." De brave ma
|