n ging zijn logger de volgende dagen bemannen en
ging er heen.... Een anderen keer vond hij den weg naar Californie,
zonder andere hulp dan zijn kompas.
Als de visscher niet op den gewonen tijd thuis komt, beschouwt men hem
als verloren, en zijn vrouw mag, als er drie jaren zijn voorbij gegaan,
een nieuw huwelijk sluiten. Vroeger schreef de wet een tusschentijd
van tien jaren voor; maar toen de zedelijkheid daaronder leed, werd
de bepaling verzacht.
De zoon van den visscher wordt visscher. Van den leeftijd van vijftien
jaar af kent hij volkomen de kunst van 't ophalen der volle netten,
het omgaan met de zeilen en de beheersching van het roer.
Zeer onafhankelijk, zeer godsdienstig en zeer aan oude gewoonten
gehecht, volgt hij in alles 't voorbeeld van zijn vader, die
zelf dat van den zijnen volgde. Op zee drinkt hij nooit; aan land
drinkt hij betrekkelijk weinig, behalve op de kermisdagen, die echte
bacchanalien met zich brengen. Op die dagen nemen de herbergiers de
meubels weg uit hun zalen en laten er enkel een tafel staan en stoelen
en banken. Nacht en dag verzonken in een onrustbarende dommeligheid,
met tusschenpoozende oogenblikken van groote bewegelijkheid, waarin
hij hartstochtelijk aan het dansen deelneemt, gaat de visscher zich
in zulke tijden te buiten aan sterken drank en slaap.
Hij trouwt al vroeg.
De kustvischvangst omvat de vangst van versche visch van allerlei
soort en die van den haring, bestemd om te worden gerookt.
Een gewone boot voor die vangst kost drie tot vijf duizend gulden. Zij
behoort of aan den visscher zelven of aan den reeder. De bemanning
krijgt een groot net met touwen; het overige moet zij zich zelve
aanschaffen en zij moet in haar eigen onderhoud voorzien. De
onderhouds- en reparatiekosten van het schip worden gelijk verdeeld;
wat boven de klamp is, dat is buiten het water, komt voor rekening
van de bemanning en wat onder water is, voor dat van den eigenaar of
reeder, op grond van het beginsel, dat het eerste door veronachtzaming
kan lijden, en dat het laatste geleidelijk slijt. Voor de zeilen
zorgt de eigenaar.
De vangst van versche visch maakt slechts vrij korte tochten
noodig. Zoodra ze terug zijn, ontschepen de mannen hun buit en
verkoopen dien dadelijk op het strand aan de kooplieden uit de buurt of
brengen de vangst naar den vischafslag, als er zulk eene inrichting
bestaat. De visch wordt dan naar de naburige steden vervoerd in
wagens met sterke honden er voor, die m
|