rwachte, 't onbekende, plotselinge
kleurnuances, en altijd groetten mij de vrouwen met de diepe oogen,
die zonder woorden spraken. Toen keerde ik naar de herberg terug,
waar een vroolijke dienstmeid, forsch en in kleurige kleedij, mij
een stevig maal voorzette.
Den volgenden dag had het water zich teruggetrokken, en ik kon het
eiland bekijken, want het is, in 't groot beschouwd, een eiland.
De haven is het meest vaste deel van Marken. Overal door steen en
hout stevig omringd, liggen er een honderdtal visschersschuiten veilig
voor anker.
De huizen, geteerd en met pannen daken, zijn uit planken opgetrokken en
staan op een veenbedding. De woningen van binnen te bekijken, behoort
tot de werkzaamheden der vreemdelingen. De grootste zindelijkheid
heerscht er tot in alle hoekjes; glimmen doet het vaatwerk aan de
wanden, en alle koper straalt u tegen als een spiegel. Het is de glorie
van ieder huisgezin, en ik zag telkens jonge meisjes mij met den vinger
wenken, dat ik de mooie properheid van de woningen zou bewonderen. Die
teekens en de glimlachjes, die er bij behoorden, waren, helaas,
slechts vermomde verzoeken om geld, en ik moest met mijn bezoeken
zuinig zijn, uit vrees van anders al mijn geld er achter te laten.
De meeste huizen hebben slechts een vertrek, waar geslapen, gekookt
en gewerkt wordt; vele hebben geen plafond en staan rechtstreeks met
den zolder in gemeenschap. Ook zijn er, die geen schoorsteen hebben;
tegenover het grootste venster ligt een steenen of ijzeren plaat met
een rij steenen er omheen; een opening in het dak laat den rook door,
die zich over den zolder verspreidt, waar de netten drogen en de
voorraad wordt bewaard.
Borden en schotels van oud porselein zijn er in de kleinste woning
te vinden. Die smaak voor porselein en kristal, voor gestreepte
bedgordijnen en kleurige dekens is een eigenaardige trek in het
hollandsch karakter en komt vooral sterk uit op Marken. Hij wijst op
de bekrompenheid van het bestaan der bewoners.
De bodem van het eiland is vrij vruchtbare kleigrond. Hij brengt hooi
en riet voort, waarvan door de bewoners groote hoeveelheden worden
uitgevoerd. Het hooi wordt verkocht en dient voor een deel voor de
voeding der weinige koeien van het eiland.
Daar de putten van Marken slechts zoutig water leveren, zijn de
bewoners genoodzaakt, regenwater te gebruiken, om hun beesten mee te
drenken en hun eigen voedsel te bereiden.
Ze zijn zeer onontwikkeld in maatschappelijke aan
|