ik zwaaide mijn camera op de manier van
een tomahawk, uitte een gil en sprong op den dijk. Daar richtte ik
het instrument, en de menigte zette het op een loopen als haringen,
door de haringbuizen achtervolgd, behalve de drie jonge kinderen,
die bleven en die in stijve houdingen door mij zouden gekiekt worden.
"Ik zie, jonge meisjes," ging ik voort, genietend van de heerlijkheid,
te kunnen praten zonder te worden verstaan, "ik zie, dat mijn
edelmoedig aanbod welwillend is ontvangen. Sla dus uw oogen op mij
en gun mij glimlachjes."
Toen ik met centen geschud had in mijn zak, spitsten zij de ooren,
gingen met mij in den zonneschijn en ik legde voor de toekomst haar
vreemde trekken vast, waarna ik haar een handvol centen gaf en zij
verheugd verdwenen.
Soms zijn de kleine meisjes heel aardig. Als ze naar school gaan
met jongens, de kleurige pakjes boven de polders vertoonend als in
een groen decor, arm in arm voortstappend, krijgt men er pleizier
in, zooals voor een schilderij vol frissche kleuren en prettige
gezichten. Sommigen dragen in plaats van rokjes de wijde broeken van
de broertjes, wat ze er kluchtig doet uitzien.
Op bruiloften, verlovingsfeesten en kermissen ziet men een
kleurenrijkdom als nergens elders. Alle tinten uit een kleurendoos
voor waterverfteekening zijn uitgestrooid over de jurken, de mutsen
en de boezelaars, en men knipt met de oogen, zonder te weten waar
men ze rust zal geven.
Maar die dagen zijn uitzonderingen. Gewoonlijk is het op het eiland
nog al somber, en het leven vloeit er voort bij peuterigen arbeid,
die altijd eender is.
De mannen visschen of halen de ponten of schuiten binnen met turf
en proviand, boeten de netten, schilderen hun muren over, terwijl de
vrouwen het huis schoonhouden, linnen wasschen, met de kleine kinderen
buiten wandelen of aan het lossen van de booten helpen.
Langs de vaarten ziet men ze soms rustig voortglijden, in booten
gezeten, waar ze dan even uitstappen, om telkens de ophaalbruggen
op te lichten, die bij de overgangen en kruisingen van wegen over
't water liggen.
In den winter staat de helft van het eiland onder water, en de
menschen gaan in booten naar elkander toe, bezoeken op die manier de
kerk en de school, en worden per boot begraven. Het kerkhof ligt op
de hoogste werf of terp van het eiland.
Men vraagt zich wel eens af, waarom toch de dijken zoo laag zijn; als
men ze ophoogde, zou men die lastige overstroomingen vermijden. Maar
kenners b
|