en hoek en sigaretten rookend met tegenover mij twee van
mijn jonge meisjes, die met droge tikjes aan het breien zijn. Wij
lachen nu en dan tegen elkander met in onze oogen werelden van
onuitgesproken dingen. Ik geniet van de witheid harer aardige huiven,
van de blankheid van haar teint, de lenigheid harer bloote armen,
mooi uitkomend tegen 't zwart fluweel der korte mouwtjes. En die stomme
flirt in het koffiehuis van het verloren dorp bij den rook van sigaren
en de schokjes van de biljardballen, bewogen door ernstige spelers,
bij de kolossale glazen bier en de verbleekte chromo's aan de muren,
wekt allerlei illusies in mijn geest.
Ik denk, dat ik een der boeren ben, en dat ik hier in huis aan de tafel
zit, om mijn hof te maken aan Reneetje Korstanje, dochter van Frans
Korstanje, waard te Wemeldinge. Reneetje is met de laatste kermis
zestien jaar geweest, en ik heb haar onder de anderen uitverkoren
om haar oogen, die een gouden glans bezitten. Ik heb haar te dansen
gevraagd, heb haar poffertjes laten eten, en aan haar pink heb ik een
zilveren ringetje laten glijden, uit de schatten van een marskramer
opgezocht. Den volgenden dag ben ik aan 't venster komen kloppen,
en ik heb mijn eerlijke bedoelingen aan den vader blootgelegd. De
oudere zusters zijn een beetje jaloersch geweest, want zij wachten met
ongeduld, dat voor haar de tijd van trouwen komt; maar 't zijn goede
kinderen, en ze hebben vriendelijk tegen mij gelachen, nauwkeurig
lettend op mijn manieren, om te zien hoe een minnaar doet.
Ik ben in het bezit van drie schuiten, en ik vaar van Goes en de andere
plaatsen van de eilanden naar Rotterdam. Ik passeer alle twee of drie
dagen Wemeldinge, en dat zal heel gemakkelijk zijn, want ik zal daar
dan een mooi huishoudstertje op mij vinden wachten. De bruiloft moet
binnen een maand gevierd worden; er zal een groot feest zijn; we zullen
violen hebben en lange linten, jenever, rundvleesch en zwart bier.
Reneetje zit nog altijd te breien. In Holland breit men niet, als
in Frankrijk, met de punten der vingers. De breisters hebben in de
ceintuur een scheede van gesneden hout; ze steken daar een naald in
en de wol wordt tot breisteken met een verbazingwekkende snelheid,
begeleid door een aanhoudend gegons.... Reneetje breit. Ik schets haar
portret. Zij houdt nu en dan even op, om haar vingers rust te geven,
en ziet met open blik zonder schroomvalligheid of brutaliteit naar
den franschen meneer, wiens baard veel indruk op
|