ter
loops zal ik wel eens ter sprake brengen hoe lief jij je over hem hebt
uitgelaten.--XANTIPPE: 'k Hoop dat Christus onze pogingen zal
zegenen!--EULALIE: Hij zal je helpen, als jij je zelve wilt helpen.
* * * * *
HERBERGEN IN DUITSCHLAND
BERTHOLF EN WILLEM.
Voor de cultuurgeschiedenis is de samenspraak die tot titel voert
"Diversoria of Herbergen" hoogst gewichtig. Erasmus heeft veel
gereisd en de schildering die hij geeft van de logementen zal er
wel een zijn, naar waarheid geteekend, al staan wij ook verbaasd
over de mededeelingen van morsigheid, ruwheid, 't gebrek aan alles
wat naar comfort lijkt, de afwezigheid, van iets wat naar
voorkomendheid zweemt. De beschaving was van de logementen en
herbergen nog ver verwijderd: de waarden uit die inrichtingen
zullen Erasmus' hekeltaal wel niet gelezen hebben en zich door haar
niet hebben verbeterd. Als schildering van zeden uit de 15e eeuw
heeft dezer samenspraak groote waarde.
BERTHOLF: Waarom vinden zooveel menschen 't prettig zich twee of drie
dagen te Lyon op te houden? Als ik eenmaal op reis ben rust ik niet voor
'k ben waar ik wezen moet.--WILLEM: Neen, omgekeerd! Ik verwonder er mij
juist over dat iemand zich uit Lyon laat weghalen.--BERTHOLF:
Hoezoo?--WILLEM: Omdat 't daar een plaats is, als die van waar de
gezellen van Ulysses niet konden worden losgerukt; omdat daar de Sirenen
haar verblijf hebben opgeslagen. Niemand wordt in zijn eigen huis beter
verzorgd dan daar in een hotel.--BERTHOLF: Hoe komt dat?--WILLEM: Wel,
aan tafel staat steeds een vrouwspersoon om de gasten door haar grappen
en geestigheden op te vroolijken. Verder vindt men daar vele vrouwen van
buitengewone schoonheid. Eerst kwam de vrouw des huizes ons begroeten,
terwijl ze ons een opgewekt en vroolijk verblijf toewenschte en de hoop
uitsprak dat wij 't geen ons werd voorgezet ons goed zouden laten
smaken. Daarna kwam haar dochter binnen, een elegant persoontje, rad van
tong, levenslustig en gezellig in haar optreden, zoodat ze zelfs een
brompot als Cato zou kunnen opvroolijken. En ze praatten met haar gasten
niet als met vreemden, maar als met oude vrienden en
kennissen.--BERTHOLF: Daaraan zie je weer de beschaving van 't Fransche
volk.--WILLEM: Maar daar ze toch niet voortdurend bij ons konden blijven
omdat haar huiselijke bezigheden haar riepen en ook de andere gasten
door haar begroet moest
|