FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   >>  
voor ik biddend lig gebogen! XXII ONTHULLING Eens zag ik om mijn liefde sluiers glijden, En toen ze omhuld bleef, is mijn vreugd gevlucht... Thans zijn de raadselnevels blauwe lucht, Die zich aan 't aangezicht der liefde vlijden.-- Nooit zal mijn weeldekus uw wang ontwijden. Uw huivrende aanblik is mijn eelst genucht: Woonde er begeerte naar u in een zucht, Zou 'k dan u aan uw minnaar niet benijden? 't Is of uw zachtheid, liefde en mededoogen Vereering voor "het vrouwlijke" beveelt: Want hiervan is uw blonde schoonheid beeld! De ware vrouw in u houdt me opgetogen... En zulk een liefde is niet, die elk begrijpt: Uw schoonheid heeft mijn ziel daartoe gerijpt. XXIII ZIJ SLUIMERT Zij rust in 't malsche mos, en houdt gebogen Dien arm, dien mos en lokken beide streelen,-- Een sprei van groene schaduw, zacht bewogen, Daalt uit de zilverloovers der abeelen; Zij ademt zuchten, en zij lacht, als togen Er droomen door heur ziel, die vroolijk spelen; O, zoete hoop! Straks opent zij heure oogen, Straks zal de hemel nieuwe heemlen telen: Slaap zacht! Ik zie den donkren nacht genaken, Dat gij uw oog voor eeuwig houdt geloken,-- Dan sluimert gij, maar kunt niet meer ontwaken: Dan zal de zode, die gij dekt, u dekken, Dan zal geen zonnestraal uw lippen strooken, Geen lied van 't woud u uit dien sluimer wekken.-- XXIV AVONDZANG Het zuidewindje suist door zwarte twijgen, En kust het slapend dons der zangers teeder,-- De zilvren boomen wiegen heen en weder, En doen hun schaduw met hen mede nijgen,-- Een stille zwoelte komt uit de akkers stijgen, Een koele stilte daalt op donzen veder,-- De zilvren nacht-zon sprenkelt droomen neder, En lacht van liefde in eeuwig-lachend zwijgen: Mathilde, sluimer! Zomernacht doet droomen, En zomerdroomen zijn van manestralen, En manestralen zijn als liefdestroomen: De liefde doen zij uit den hemel dalen, En dalen in de ziel, die zij vervromen: Is liefde dwaling, kan men zoeter dwalen....? XXV DE BERGSTROOM --"De bergstroom doet de grauwe golfjes deinen, En schuimt er mede heen, zie .. eer zij komen,-- Daar waren zij, daar zijn ze, en zij verdwijnen: Heeft al een ander me uit uw hart genomen?" --"Zie, hoe er 't golfje leeft in lange lijnen: Zoo leeft uw beeltnis altijd in mijn droomen,-- Straks zal het in het land der zee verschijnen: Zoo toeft uw beeld me aan vaderlandsche zoomen".-- --"Straks smelt het henen
PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   >>  



Top keywords:

liefde

 

Straks

 

droomen

 

gebogen

 

manestralen

 

zilvren

 
schoonheid
 

sluimer

 

eeuwig

 
schaduw

stille

 

zwoelte

 

nijgen

 

slapend

 
strooken
 

wekken

 
lippen
 

zonnestraal

 

dekken

 

AVONDZANG


zangers
 

teeder

 

boomen

 

twijgen

 

zuidewindje

 
zwarte
 

wiegen

 

sprenkelt

 

vaderlandsche

 

verdwijnen


grauwe

 

bergstroom

 

golfjes

 

deinen

 

schuimt

 
golfje
 

lijnen

 
beeltnis
 

verschijnen

 

genomen


zoomen

 
BERGSTROOM
 

altijd

 

lachend

 

Mathilde

 

zwijgen

 
donzen
 

stijgen

 
stilte
 
ontwaken