FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138  
139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   >>   >|  
d voor mezelf een schat van kennis op, zonder welke ik de verplichtingen, die mij later werden opgelegd, niet zou hebben kunnen nakomen. Op zekeren dag bevond ik mij te Jeruzalem in het huis van den vorst. Eene dienstmaagd kwam binnen met een schaal brood. Zij bood mij daarvan aan. Dat was de eerste maal dat ik uwe moeder zag. Ik kreeg haar lief. Niet lang daarna vraagde ik de vorst haar mij tot vrouw te geven. Hij antwoordde, dat zij een lijfeigene was, levenslang dienstbaar; maar dat hij haar om mijnentwil vrij zou laten. Zij had mij wederkeerig lief, maar voelde zich gelukkig waar zij was en nam haar aangeboden vrijheid niet aan. Telkens als ik te Jeruzalem kwam, hield ik bij haar aan, maar haar antwoord bleef onveranderlijk hetzelfde: dat zij mijne vrouw wilde worden, mits ik haar mededienstknecht werd. Onze vader Jakob diende tweemaal zeven jaren om zijne Rachel, kon ik dat niet voor de mijne doen? Maar uwe moeder zeide, dat ik een lijfeigene moest worden mijn leven lang, evenals zij. Ik ging heen, maar kwam terug. Zie maar, Esther, zie maar. Hij schoof zijn hoofddoek weg, wees op zijn linkeroor, en zeide: Ziet ge het litteeken van den priem? --Ik zie het, antwoordde zij. Wat hebt ge moeder liefgehad! --Ach, Esther, zij was mij dierbaarder dan Sulamith den koninklijken zanger; zij was mij een springader van levend water, als de stroomen van den Libanon. De vorst bracht mij op mijn verzoek voor de rechters, voerde mij terug naar zijne huisdeur, en doorpriemde mijn oor met den priem, zoodat ik voor eeuwig zijn dienstknecht was. Aldus heb ik mijne Rachel gewonnen. Was er ooit grooter liefde dan de mijne? Esther boog zich en kuste hem. Toen zwegen beiden een geruime poos. --Mijn meester verdronk op zee, de eerste droefheid die mij overkwam, vervolgde Simonides. Er was rouwgeklag in zijn huis en in het mijne, hier in Antiochie, waar ik toen reeds woonde. Let nu goed op, Esther. Toen de vorst stierf was ik opgeklommen tot eersten rentmeester. Alles wat hij bezat stond onder mijn beheer. Daaruit kunt gij zien dat hij mij volkomen vertrouwde en liefhad. Ik haastte mij naar Jeruzalem, om de weduwe rekening en verantwoording te doen. Zij bevestigde mij in mijn ambt. Ik legde mij met nog meer ijver op mijn werk toe. De zaak bloeide en breidde zich jaarlijks uit. Zoo gingen tien jaren voorbij, toen viel de slag, waarvan de jonge man straks gewaagde. Ik bedoel het ongeluk met den procurator Gratus. De Romein noemde h
PREV.   NEXT  
|<   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138  
139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   >>   >|  



Top keywords:
Esther
 

moeder

 

Jeruzalem

 
lijfeigene
 

antwoordde

 

eerste

 

worden

 

Rachel

 
overkwam
 
droefheid

woonde

 

Antiochie

 

rouwgeklag

 

Simonides

 

vervolgde

 

geruime

 

gewonnen

 

dienstknecht

 

eeuwig

 
huisdeur

doorpriemde
 

zoodat

 
grooter
 

meester

 

verdronk

 

beiden

 

zwegen

 
liefde
 
Daaruit
 

gingen


voorbij
 

jaarlijks

 

bloeide

 

breidde

 

waarvan

 

Gratus

 

procurator

 

Romein

 

noemde

 

ongeluk


bedoel

 

straks

 

gewaagde

 
beheer
 

opgeklommen

 

eersten

 

rentmeester

 

volkomen

 

bevestigde

 

verantwoording