strijd bedreven meisje, en beschermde Helgi.
Het was een verschrikkelijke strijd, waarin alle zonen van Grijswolk
vielen, en al hun voornaamste helden werden gedood, behalve Band,
de zoon van Hagen, die zich aan de Welsingen onderwierp en eeden
aflegde van trouw.
Toen de strijd geeindigd was en de raven over het slagveld vlogen en
rondom de vele lijken fladderden, die overal lagen verspreid, kwam
ook Siegrune op de bloederige kampplaats, en bleef bij den doodelijk
getroffen Hadubrant staan. En zij zeide:
--"Hadubrant, nooit zal Siegrune van den Liefdesberg tot u
nederdalen. Uw leven is ten einde, en de Doodsgodin gaat over het
veld en grijpt Grijswolks zonen,--allen."
Toen ging zij verder en kwam tot Helgi. En zij zeide tot hem:
--"Heil u, Helgi. Gij moogt u verheugen, gij lieveling van den
Zonnegod. Den grimmigen Hadubrant hebt gij verslagen: nu zijt
gij heer over beiden, over roode ringen en over het rijke meisje,
mij. Neem het kind van Hagen in uw koningshallen, heerlijke held,
en behoud mij voor u, want de strijd is ten einde."
Helgi sprak tot haar:
--"De strijd is ten einde, maar de Nornen beschikken het lot. Bij
Wolfsteen vielen Bragi en Hagen, door mijn zwaard geslagen. Sterkader
stortte neer en de uitdagende Gylfi, wiens lichaam nog vocht toen
zijn hoofd was gevallen. Lijken van vele helden liggen rondom op
de kampplaats, en het waren, meisje, uw verwanten. De strijd is ten
einde, maar het helpt u niet. Want het is uw bestemming sterke helden
ten strijde te drijven,--en ten doode."
Toen weende Siegrune zeer. Helgi echter zeide tot haar:
--"Kom, Siegrune, wees sterk, gij hebt ons geholpen, en helden vreezen
toch niet voor den strijd."
Siegrune echter weende, en snikkende sprak zij:
--"Ach, kon ik de dooden weer ten leven wekken, en toch eeuwig blijven
bij u."
Helgi nam Siegrune tot zich, en zij waren zeer gelukkig en hadden
zonen.
Helgi echter werd niet oud. Want Band, de zoon van Hagen, droeg een
offer aan Wodan op en smeekte hem om wraak voor den dood van zijn
vader. En Wodan leende hem zijn speer. Op zekeren dag nu vond Band
zijn zwager Helgi in een groot bosch, dat Bandland heette. Daar
doorstak hij Helgi met de speer.
Toen reed Band naar den Liefdesberg om aan Siegrune de tijding van
Helgi's dood te brengen. En hij zeide tot haar:
--"Het is een groot verdriet voor mij, zuster, u het leed mede te
deelen, dat ik u aandoen moest. In Bandland viel dezen morgen de
edelste held
|