arr's
naam staat er boven. Het reuzenmotief: de gapende muil, waar de
tanden in staan als rotsen om een afgrond. De reuzen zijn de woeste
elementen, de tot ontzaggelijke menschwezens gemaakte vormen van het
berggevaarte. Zij heetten in het oud-noorsch: Jotnar d. i. eters,
Vraten, Thursen, Dorstigen.
Het motief van Loge: de opflikkerende vlam, waarboven in runen de
naam: Loge.
In _Dwerg Weetal wil vrijen_ is Thonarr de goede god van de landbouw,
de weldoener van de boeren. In den winter, toen hij op reis was--'s
winters als er geen onweer is, was Thonarr altijd in het Oosten de
reuzen aan 't bevechten--had een van de dwergen, die onder de aarde
wonen (Innewoonds zonen, zie Vermomde en Roodspeer) macht gekregen
over het zaad, dat de dochter van Thonarr is. De hard bevroren bodem
hield alle groeikracht gevangen. Zoodra Thonarr terugkwam ging de
dwerg tot hem, meenende, dat hij de bruid wel van den vader krijgen
zou. 't Was tegen het aanbreken van den dag, 't was in de lente, de
morgen van zomertij. De oolijke god hield den dwerg aan den praat, tot
de zon over de heuvelen scheen, en de zon doet de dwergen versteenen,
zoodra ze op hen schijnt. Zoo verdwijnen de spookgestalten voor het
licht, zoo verliest de winter zijn beangstigende macht over het leven.
De sluw-kijkende oogen en de lange neus, die als een smeedhamer op
het aanbeeld tikt, daar boven de schitterende edelsteen werden tot
een motief van het geslepen, in smeedkunst ervarene onderaardsche
dwergenvolk vereenigd,--het geheel den indruk gevend van den nachtuil.
_De roof van den regendrank_ een lied van den verfrisschenden
lenteregen, en van dichterweelde tevens. De reuzen hadden dien
drank gestolen en onder de aarde verborgen, en zij plaatsten er
Gunnloedh (d. i. die ten strijde draagt, Strijdvreugde) bij als
wachteres. Wodan kroop door het gat, dat hij een slang liet knagen,
kwam bij Strijdvreugde en bleef drie nachten bij haar. Strijdvreugde
liet hem drie teugen drinken van den drank, die in drie ketels werd
bewaard, en in iedere teug dronk Wodan een ketel leeg. Hij werd licht
als een vogel, zoodra hij den drank gedronken had, waar alle wijsheid
en alle dichterkracht in ligt, en hij vloog terug naar Walhalla,
als een regenwolk op den wind.
Daar gaf hij den drank weer van zich weg en verheugde de goden, zooals
de lenteregen de aarde verfrischt,--zooals dichterschap blijheid
brengt in het leven.
In _Godentwist_ vinden wij een wel wat plat en boersch ge
|