FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99  
100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  
niet verliezen--golven zullen haar dragen in Jonaker's land. En onder zijn zonen zal zij er strijd doen ontbranden,--Zwaanhilde, de dochter van Siegfried en van haar,--de nakomelingen van Siegfried worden vernietigd--allen,--groot zal Goedroens droefheid zijn. Goenther, ik zou u nog meer kunnen zeggen, gaf een God mij tot spreken den tijd. Ik verwar mijn woorden,--mijn wonden gloeien,--ik zei u de waarheid,--ik zal het achterlaten zooals ik zei." Toen stierf Brunhilde. En zij stapelden een hoogen brandstapel op voor Siegfried en Brunhilde. En er was plaats voor allen, die kwamen om met hen te sterven. Zij behingen den brandstapel met schilden en kleeden en lijkwaden, en legden het lichaam van Siegfried daar boven op. Zij plaatsten naast den duitschen koning Brunhildes dienaren, die gouden kettingen droegen om den hals, twee dienaren aan zijn hoofd en twee aan zijn voeten, en zij plaatsten er twee honden en twee havikken bij. En dicht naast den held legden zij Brunhilde, en tusschen hen in legden zij het scherpe zwaard, dat met ringen versierd was, en dat tusschen hen in had gelegen, toen zij beiden hetzelfde bed bestegen en toen men hen noemde man en vrouw. Vijf maagden volgden hen, en acht van Brunhilde's dienaren, allen van edel geslacht, en die allen met haar opgegroeid waren. En toen staken zij den brand in de stapels. Siegfried en Brunhilde's vaart uit de wereld was niet armoedig. Haar lijkstoet volgde dien van Siegfried en de met ringen versierde poort van de doodenzaal viel den held niet op de hielen. Zij gingen te zamen naar binnen, Siegfried en Brunhilde. En Brunhilde zeide: --"Lang nog zullen er mannen en vrouwen leven om te lijden. Maar eeuwig zullen wij samen zijn, Siegfried en ik." Goedroen Hagen en Goenther namen na den dood van Siegfried en Brunhilde al het goud, dat aan Fafner had toebehoord en zij verborgen het in den Rijn. Toen ontstond er oneenigheid tusschen de Gibichungen en Atli, die de broeder van Brunhilde was. Atli wilde een gedeelte van het goud hebben, dat aan Brunhilde had toebehoord, en hij gaf den Gibichungen de schuld van den dood zijner zuster. Zij kwamen echter overeen, dat Goedroen aan Atli ten huwelijk zou worden gegeven. Goedroen nu had na den dood van Siegfried de bergen van den Rijn verlaten, en kwam na vijf dagen in het Noorden op den burcht van Alf aan. Daar bleef zij zeven zomers bij Thora, die de dochter was van den Denenkoning Hakon. Om Goedroen haar
PREV.   NEXT  
|<   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99  
100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  



Top keywords:

Brunhilde

 

Siegfried

 

Goedroen

 

dienaren

 

tusschen

 

legden

 
zullen
 

plaatsten

 
Gibichungen
 

brandstapel


toebehoord

 
kwamen
 
ringen
 
Goenther
 

worden

 
dochter
 

lijkstoet

 
armoedig
 

stapels

 

staken


eeuwig
 

volgde

 

wereld

 

lijden

 

doodenzaal

 

mannen

 

binnen

 

vrouwen

 
versierde
 

hielen


gingen

 

ontstond

 

Noorden

 

verlaten

 

gegeven

 

bergen

 

burcht

 

Denenkoning

 
zomers
 
huwelijk

oneenigheid
 

broeder

 
verborgen
 
Fafner
 

gedeelte

 
zuster
 

echter

 

overeen

 

zijner

 
schuld