n wat mij toebehoorde zou ik behouden, geen goud en geen
land en niets van de sieraden, die mij als kind waren geschonken,
zoolang ik ongetrouwd zou zijn. En ik dacht, dat gij door het vuur
kwaamt gereden, dat gij deze heldendaad volbracht. Maar het goud van
Siegfried ware mij liever geweest, en hem beminde ik het meeste van
allen. Nu zal Atli, mijn broeder, alles verkrijgen, zoodra hij mijn
dood verneemt. Een vrouw is met mijn verloofde getrouwd, maar ik zal
voor dien smaad voldoening verkrijgen."
Toen ging Brunhilde heen en verdeelde al haar goud, zooals een
vrouw doet, die wil sterven. Goenther echter kwam tot haar en sloeg
zijn armen om haar hals, en allen trachtten haar tot kalmte te
bewegen. Goenther zeide tot Hagen:
--"Laat al onze mannen in de zaal te zamen komen, wij moeten trachten
de vrouw van den dood te weerhouden, want de nood is groot."
Hagen echter antwoordde hem:
--"Houd haar niet terug van dien langen tocht, en moge zij nooit
herboren worden! Haar moeder gaf haar het leven om leed te verduren,
en het geluk van veel mannen te verstoren."
Brunhilde zat in een gouden pantser gekleed, en zij overzag haar
dienstknechten en dienstmaagden, die met gouden halssnoeren en
prachtige sluiers en kostbare gewaden waren getooid en met haar
wilden sterven.
Toen bracht zij zich een doodelijke wonde toe, en zeide tot Goenther:
--"Zet u hier neder, en luister naar wat ik u zeggen zal. Uw bedrog
heeft mij tot den dood gedrongen, en mijn leven ging zonder vreugde
heen. Maar al ga ik nu weg uit de wereld,--uw schip is nog niet in
veilige haven. Goedroen zal zich spoedig verzoenen. Bij koning Alf
zal zij haar dooden man nog droevig gedenken, maar dan zal zij eene
dochter baren, die schitterender is dan de zonnestralen, en lichter
dan de dag: de blanke Zwaanhilde. Een man zult gij haar dan geven,
dat huwelijk zal velen leed berokkenen, en geen vreugde zal zij kennen
als Atli's vrouw. En gij zult Ortroen tot vrouw begeeren, en heimelijk
zult gij elkander beminnen, omdat Atli uw liefde niet wil. Zij zal
u beminnen, zooals ik het doen moest, aan ons werd dat geluk niet
gegund. Maar Atli zal zich wreed op u wreken, en gij wordt naar een
slangengraf gesleept. Spoedig zal ook Atli sterven, door de grimmige
Goedroen getroffen met het staal. Het ware beter geweest, als zij
haar eersten man in den dood was gevolgd,--maar haar geest gelijkt den
mijne niet. Wat ik u zeg, weet ik goed,--door mijn schuld zal zij het
leven
|