FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51  
52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   >>   >|  
t den Zwarte zullen komen. Naar alle zijden gemeten is ze honderd mijlen lang. Zij weten wel dat zij er zullen strijden." Toen zeide Stormsterk: --"Een wijze zijt gij! Blijf nu niet meer ver van mijn banken, maar kom in mijn zaal zitten en laten wij met elkander spreken. Kom als gast bij mij binnen: wij willen samen wedden om ons hoofd, wie van ons beiden de grootste geest is." Gangraad ging de zaal van den reus binnen en zette er zich op een steenen bank. Nu was het aan den gast om vragen te stellen en deze begon: --"Stormsterk, gij, die zooveel wijsheid bezit, weet gij vanwaar de zon komt en de maan boven de hoofden der menschen?" --"Mondelvaar," antwoordde de reus, "is de vader van zon en van maan: dagelijks deelen zij den hemel en geven namen aan de tijden van het jaar." Toen vroeg Gangraad: --"Stormsterk, gij, dien men wijze noemt, weet gij vanwaar de winter en de warme zomer komen?" En Stormsterk antwoordde: --"Windval heet de vader van den winter en Zuidzacht die van den zomer. Elk van beiden zal ieder jaar weer jong worden, totdat de goden vergaan." Ten derde vroeg Gangraad: --"Stormsterk, gij, van wien men zegt, dat ge slim zijt, weet gij waaruit de Ruischreus, de eerste van alle wezens, ontstond?" De reus antwoordde: --"Uit het oerslijk barstten etterblazen--toen groeide het tot vasten vorm en werd een reus; uit het vlammende Zuiden vlogen vonken over en de gloed gaf leven aan den ijskouden klomp." --"Maar Stormsterk," zeide nu Gangraad, "gij, dien men wijze noemt, weet gij dan hoe er kinderen kwamen bij dien reus, die ze toch met geen vrouw kon verwekken?" En de wijze gastheer verhaalde: --"Onder den oksel ontgroeiden hem een man en een meisje, en de eene voet verwekte met den andere een zoon, die zes hoofden had." En Gangraad weer: --"Stormsterk, gij, van wien men zegt, dat ge slim zijt, weet gij vanwaar de waterrimpelende wind komt, die zelf nog door geen mensch is gezien?" --"Lijkenzwelger," zei de wijze, "is de naam van een reus, die in de gedaante van een arend aan het einde van den hemel zit. Als zijn beide vleugels fladderen, waait de wind over alle wezens heen." Al deze dingen had Gangraad gevraagd over het worden van de dingen dezer wereld. En de reus had hem op alles vol wijsheid geantwoord. Ook over wat hem gevraagd werd uit de geschiedenis van de goden--hoe Njord, die een Wane was, onder de Asen werd opgenomen en hoe de helden van Walhalla elkander
PREV.   NEXT  
|<   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51  
52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   >>   >|  



Top keywords:

Stormsterk

 

Gangraad

 

vanwaar

 

antwoordde

 

hoofden

 

wijsheid

 
gevraagd
 

wezens

 
worden
 

dingen


beiden

 
winter
 
binnen
 
elkander
 

zullen

 
ontgroeiden
 

meisje

 
andere
 

verwekte

 

verhaalde


ijskouden
 

vonken

 

vlammende

 

Zuiden

 

vlogen

 

zijden

 

verwekken

 

kwamen

 
gemeten
 

kinderen


gastheer

 

geantwoord

 

wereld

 

Zwarte

 

opgenomen

 

helden

 

Walhalla

 

geschiedenis

 
Lijkenzwelger
 
gezien

mensch
 

honderd

 
gedaante
 
vleugels
 

fladderen

 
waterrimpelende
 

barstten

 

menschen

 

zitten

 
zooveel