FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50  
51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   >>   >|  
k u niet tegenhouden. Zoo ga dan een zegenrijken tocht, en dat gij ongedeerd weer terug moogt komen. De wijsheid beware u, als gij met den reus in woordenstrijd geraakt." Toen ging Wodan heen om zich in wijsheid met Stormsterk te meten. Spoedig kwam hij bij de ruwe reuzenwoning en riep op den drempel: --"Stormsterk, een vreemde wenscht u heil! Ik kom u eens bezoeken en wilde wel weten, hoever uw wijsheid gaat." De reus, die in zijn zaal zat, kwam naar buiten en antwoordde: --"Wie staat daar voor mijn huis en slingert mijn zalen vol met zulke wilde woorden? Gij zult niet ongedeerd mijn drempel verlaten, als ge niet eerst bewijst, dat ge beter zijt dan ik." Wodan sprak tot hem: --"Gangraad ben ik, ik ging verre wegen, dorstig kwam ik hier. Wilt gij, reus, mij vriendelijk ontvangen en den dorstige wat drinken geven?" Stormsterk noodigde den vreemdeling uit in zijn zaal te komen zitten en daar te onderzoeken wie meer wist, de gast of de bewoner. Maar Wodan wilde in de voorhal blijven en zeide tot den reus, dat deze hem eerst maar eenige vragen moest stellen, of hij hem waardig achtte binnen te komen of niet. Toen zeide Stormsterk: --"Nu dan, Gangraad, als gij in de voorhal uw geluk wilt beproeven: zeg mij, hoe heet de hengst, die iederen dag hoog over alle wezens draaft?" --"Lichthaar," antwoordde Gangraad, "trekt den schitterenden dag hoog over allen heen. Het beste paard van allen vindt het de wagenvoerder: zijn manen zijn als licht." De reus vroeg vervolgens: --"Nu dan, Gangraad, als ge in de voorhal uw geluk wilt beproeven: zeg mij, hoe noemt men het paard, dat den nacht voert van het Oosten?" --"Vochthaar," zei Gangraad, "noemt men het paard, dat nacht na nacht aanvoert van het Oosten. Des morgens druipt het schuim van zijn gebit als dauw in de dalen." Weer vroeg Stormsterk: --"Nu dan, Gangraad, als ge in de voorhal uw geluk wilt beproeven: zeg mij, hoe heet de stroom die de scheiding is tusschen het rijk van de reuzen en Asengaarde." --"IJsloos," was het antwoord, "heet de stroom die de scheiding is tusschen het rijk van de reuzen en Asengaarde. Steeds vloeit de stroom, want geen ijs verstijft ooit de golven." --"Nu dan," zei weer de reus, "als ge in de voorhal uw geluk wilt beproeven: zeg mij, hoe heet de plaats waar de goden eens tot den hevigen kamp met den Zwarte zullen komen?" --"Vechtveld," antwoordde Gangraad, "is de plaats waar de goden eens tot den hevigen kamp me
PREV.   NEXT  
|<   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50  
51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   >>   >|  



Top keywords:

Gangraad

 

Stormsterk

 

voorhal

 

beproeven

 

antwoordde

 

stroom

 
wijsheid
 

Oosten

 
hevigen
 

scheiding


plaats

 
ongedeerd
 
drempel
 
tusschen
 

reuzen

 
Asengaarde
 

schitterenden

 
hengst
 

Vechtveld

 

binnen


achtte
 

waardig

 

zullen

 

Zwarte

 

draaft

 

Lichthaar

 

wezens

 

iederen

 
Vochthaar
 

antwoord


IJsloos

 

Steeds

 

vloeit

 

verstijft

 

golven

 

stellen

 

vervolgens

 

wagenvoerder

 
druipt
 
schuim

morgens
 

aanvoert

 
ontvangen
 
bezoeken
 

vreemde

 
wenscht
 

hoever

 

slingert

 

buiten

 
zegenrijken