FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44  
45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   >>   >|  
ten, of zeg mij, dat ik heen moet gaan." Toen antwoordde hem Bragi, de god van de zangers, die al duchtig had gedronken: --"Geen van de goden zal u ooit een zetel wijzen, waar ge kunt zitten; wij weten veel te goed wie wij bij onze lustige feesten laten en wie niet." Aan het einde van de zaal zat Wodan. Tot hem wendde zich Loge en zeide: --"Wodan, gij, die eeden van trouw bewaart,--mengden lang geleden wij beiden niet in denzelfden beker ons bloed? Toen hebt gij gezworen, dat gij nooit een drank zoudt drinken, die niet voor ons beiden was bereid." Op bevel van Wodan mengde nu Widar een beker en reikte hem Loge. Deze nam den drank aan en sprak: --"Heil Asen, en alle Asinnen, heil! Heil allen, die hier samen zijt,--alleen die niet, die daar zit op Bragi's bank." Bragi werd zeer boos, en hij zeide: --"Als ik maar buiten was,--nu zit ik in huis,--dan zou ik spoedig uw hoofd in mijn handen hebben." Loge echter lachte hem uit en antwoordde: --"Ha, Bragi, een sieraad zijt ge op banken, maar in het strijden niet sterk. Kom dan naar buiten, wie moed heeft zit niet te mijmeren." Idoena, Bragi's vrouw, werd wel wat ongerust en zij smeekte haar man, dat hij toch zijn geliefden zou gedenken, en niet met Loge in vinnige woorden vechten zou op het gastmaal van Egir. Maar toen trok Loge tegen Idoena los: --"Zwijg maar, Idoena, zwijg maar gerust. Ik geloof, dat niemand zoo vurig verlangt naar liefde van vele mannen als gij, sinds uw sneeuwblanke armen den moordenaar van uw broeder hebben omhelsd." Idoena schrok zeer van Loge's snijdenden spot: zij had alleen maar Bragi willen bedaren, en zeide dat dan ook. Maar toen Gefioen haar te hulp kwam en aan Loge den raad gaf, nu zijn mond te houden, antwoordde deze haar: --"Blijf maar bij uw eigen zaken. Anders zal ik eens iets vertellen van zekeren zonnelichten knaap, die u met gouden gaven tot wellust wist te lokken." Daar stond Wodan op. Met Gefioen viel niet te spotten: het verloop van de geheele wereld immers was haar bekend, zoo goed als Wodan zelf het wist. Zoodra de goden hoorden, dat Wodan zich in den twist ging mengen, dachten zij allen, dat Loge nu wel zwijgen zou. Maar deze lachte zelfs Wodan uit en hij zeide: --"Zoo, zoo, Wodan! Maar waar gestreden wordt weet ge immers geen beslissing te geven! Hebt gij niet dikwijls een zwakkeling de zege bezorgd? Men zegt ook, dat gij als een landlooper met spoken speelt, zooals heksen en toovenaars d
PREV.   NEXT  
|<   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44  
45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   >>   >|  



Top keywords:

Idoena

 

antwoordde

 

Gefioen

 

hebben

 

beiden

 

lachte

 
immers
 

buiten

 
alleen
 

gerust


mannen

 
liefde
 
verlangt
 
geloof
 

niemand

 
schrok
 

snijdenden

 
willen
 

omhelsd

 

sneeuwblanke


moordenaar
 

broeder

 

bedaren

 

wellust

 

gestreden

 

beslissing

 

mengen

 

dachten

 
zwijgen
 

dikwijls


zooals

 

speelt

 

heksen

 

toovenaars

 

spoken

 

landlooper

 

zwakkeling

 

bezorgd

 
hoorden
 
Zoodra

zekeren
 

vertellen

 
zonnelichten
 
gouden
 

houden

 
Anders
 

geheele

 

verloop

 

wereld

 
bekend