geweest. De bekoring, die zij op hem had,
zou weer komen. Zij zouden gelukkig zijn. Zijn leven met haar zou mooi
en rein zijn.
Hij rees uit zijn stoel op, schoof een groot scherm recht voor het
portret, rilde toen hij er naar zag.
--Hoe verschrikkelijk! murmelde hij, terwijl hij naar het deurvenster
liep en het open wierp. Hij ging naar buiten, op het gras, haalde diep
adem. De zuivere ochtendlucht scheen al zijn somber lijden weg te
blazen. Hij dacht alleen aan Sybil. Flauwe echo van zijne liefde
zuchtte tot hem door. Hij sprak haar naam telkens, telkens weer uit.
De vogels die zongen in de bedauwde tuinen, schenen de bloemen van
haar te vertellen.
Noot:
[1] Dr. A. L. J. Burgersdijk: Romeo en Julia.
VIII.
Het was lang over twaalven, toen hij wakker werd. De knecht was
verscheidene malen op de teenen binnengeslopen om te zien of hij zich
bewoog, en verwonderde zich, dat zijn jonge meester toch zoo lang
sliep. Eindelijk klonk zijn bel, en Victor kwam zachtjes binnen, een
kop thee en een stapeltje brieven op een antiek Sevres blaadje; hij
trok de olijfgroene satijnen gordijnen, blauwig gevoerd, voor de drie
hooge vensters open.
--Meneer heeft goed geslapen van morgen, sprak hij met een glimlach.
--Hoe laat is het, Victor? vroeg Dorian Gray nog loom.
--Kwart over eenen, meneer.
Wat was het al laat! Hij ging opzitten, dronk wat thee, bezag zijne
brieven. Een was er van Lord Henry, zooeven aangereikt. Hij weifelde,
legde dien toen terzij. De anderen opende hij zonder interest, Het was
de gewone verzameling kaartjes, invitaties voor diners, entrees voor
de eene of andere liefhebberijvoorstelling, programma's van
liefdadigheidsconcerten, die ieder uitgaand jongmensch gedurende den
season krijgt. Er was ook bij eene heel hooge rekening van een
gedreven zilveren Louis XV toiletgarnituur, die hij nog geen moed had
gehad aan zijne voogden op te zenden: ouderwetsche menschen, die niet
begrepen, dat men leeft in eene eeuw, waarin onnoodige zaken juist de
meest noodige zijn. Ook waren er verscheidene zeer beleefde
aanbiedingen van geldschieters uit Jermyn Street, om tegen de meest
billijke interesten geld voor te schieten.
Na tien minuten stond hij op, wierp een vreemd geborduurden cachemiren
chambercloak om en ging naar de onyx-geplaveide badkamer. Het koude
water frischte hem op na zijn langen slaap. Hij scheen alles wat er
gebeurd was te zijn vergeten. Even nog kreeg hij het vage gevoel of
hij
|