sme van de methode of door zuivere bewondering van je wezen; zoo
zonder sluier aan mij geopenbaard, ik kan het niet zeggen, maar ik
weet, terwijl ik er aan werkte, scheen ieder vliesje, ieder vlokje
kleur mijn geheim te openbaren. Ik werd bang, dat vreemden mijn
aanbidding er in zouden zien. Ik voelde, Dorian, dat ik te veel van
mezelven er in had gelegd. Toen nam ik mij vast voor het portret nooit
te expozeeren. Je was een beetje boos, maar je begreep toen ook niet
wat het voor mij was. Harry, wien ik er over sprak, lachte mij uit.
Maar dat kon mij niet schelen. Toen het portret af was, en ik er
alleen voor zat, voelde ik, dat ik goed deed. Wel, een paar dagen
daarna zond ik het uit mijn atelier weg, en zoodra ik de vreemde
bekoring, die het uitstraalde, kwijt was, scheen het mij toe, dat ik
heel dwaas was geweest er iets meer in te zien, dan dat jij een mooie
jongen was, en ik tamelijk goed schilderen kon. Zelfs nu nog meen ik,
dat het verkeerd is te denken, dat de passie, die men voelt onder het
scheppen zichtbaar zou zijn in het geschapene. Kunst wordt altijd veel
abstracter dan onze gedachte is. Lijnen en kleuren spreken tot ons van
kleuren en lijnen, dat is alles. Ik vind dikwijls, dat kunst den
artist veel meer bedekt, dan dat ze hem openbaart. En toen ik dus nu
dit aanbod kreeg voor Parijs, besloot ik jouw portret tot het
voornaamste in mijn verzameling te maken. Het kwam nooit bij mij op,
dat je weigeren zou. Ik zie nu, dat je gelijk hebt. Het portret kan
niet geexpozeerd worden. Wees niet boos op me, Dorian, om hetgeen ik
je verteld heb. Want, zooals ik eens tot Harry zei, je bent geboren om
aangebeden te worden.
Dorian Gray haalde diep adem, de kleur kwam terug op zijne wangen, de
glimlach op zijne lippen. Het gevaar was voorbij. Hij was voor het
oogenblik veilig. Doch hij kon niet nalaten een oneindig medelijden te
voelen voor den schilder, die hem deze vreemde biecht had afgelegd, en
hij vroeg zichzelven af, of hij ook eens zoo overheerscht zou worden
door het wezen van een vriend. Lord Henry bezat de charme van zeer
gevaarlijk te zijn. Dat was alles. Hij was te knap en te cynisch om
werkelijk van te houden. Zou er ooit iemand komen, die hem zou
vervullen met zoo eene vreemde aanbidding? Was dat een van de dingen,
die het leven voor hem weggelegd had?
--Het is buitengewoon, Dorian, zei Hallward, dat je dit in het portret
zou opgemerkt hebben. Heb je het waarlijk er in gezien?
--Ik zag er iets in, antw
|