r altijd
beteekenen zal, dan misschien zullen zij begrijpen hoe en in welken
geest zij mij behooren te naderen....
* * * * *
Het eerste boek met verzen dat een jong mensch in de prille lente van
den manlijken leeftijd de wereld inzendt, moet als bloesems zijn of
als lentebloemen, als de witte meidoorn op de weide van Magdalen
College of de sleutelbloemen op de velden van Cumnor. Het behoort niet
belast te worden met den druk van een vreeselijk en weerzinwekkend
treurspel, een vreeselijk weerzinwekkend zedendrama. Als ik er in
toegestemd had dat mijn naam als heraut zou dienen voor zulk een boek,
zou dat uit een oogpunt van kunst een zware fout zijn geweest; het zou
rondom het geheele werk een verkeerde atmosfeer hebben aangebracht, en
in moderne kunst is atmosfeer van zooveel belang. Het moderne leven is
gecompliceerd en relatief; dat zijn zijn twee onderscheidende
kenteekenen; om de eerste eigenschap weer te geven hebben wij
atmosfeer noodig met haar verfijndheid van kleurschakeeringen, van
suggestieve werkingen, van wondere verschieten; voor het wedergeven
van de tweede eigenschap behoeven wij achtergrond. Dat is de reden
waarom beeldhouwkunst opgehouden is een representatieve kunst te zijn,
en waarom muziek dat wel is, en waarom literatuur is en was en altijd
blijven zal de opperste representatieve kunst....
* * * * *
Om de drie maanden schrijft Robbie mij een kort overzicht van het
letterkundige nieuws. Zijne brieven zijn allerbekoorlijkst in hun
geestigheid, hun knap en bondig oordeel, hun lichten taal-aanslag: het
zijn heusche brieven, zij zijn als iemand die met u zit te praten; zij
hebben het gehalte eener Fransche "causerie intime"; en in de kiesche
vereering die hij voor mij heeft, doet hij nu eens beroep op mijn
scherpzinnigheid, dan weer op mijn zin voor humor, een anderen keer op
mijn instmktmatig schoonheidsgevoel of op mijne ontwikkeling, en
herinnert mij met honderd kleine trekken dat ik eens voor velen een
scheidsrechter was over stijl in kunst, voor sommigen zelfs de
opperste scheidsrechter, en toont zoo dat hij naast literairen takt
evenzeer den takt der liefde bezit. Zijn brieven zijn de boodschappers
geweest tusschen mij en die schoone onwezenlijke wereld der kunst,
waar ik eenmaal koning was en zeker koning zou gebleven zijn indien
ik mij niet had laten lokken in de gebrekkige wereld van den gemeenen
onvolgroeiden hartstocht, va
|